4 nov 2011

Uitwisselingsdag VersVOKO (VOKO deel 3)

3. Uitwisselingsdag VersVOKO'S zaterdag 8 oktober 2011

Op de Uitwisselingsdag van de VersVOKO's meldt het radio1-journaal dat de energie in Nederland in de toekomst steeds vuiler, duurder en onbetrouwbaarder zal worden. Het is een klein berichtje dat weer heel erg duidelijk maakt dat we in Nederland duurzamer zullen moeten gaan leven: minder afhankelijk van fossiele brandstoffen, minder producten van de andere kant van de wereld en meer producten uit de buurt. De mensen die naar de Uitwisselingsdag van de VersVOKO's zijn gekomen, weten dat maar al te goed. Ze zijn afkomstig uit organisaties als Transition Town (TT), Slow Food, LETS, de gewone VOKO of de veganistische hoek – een paar mensen hebben 'iets' met biologische landbouw gedaan of willen dat gaan doen - en ze hebben zich verenigd in een VersVOKO.

In Nederland zijn op dit moment vier VersVOKO's. Daarnaast zijn er een aantal in oprichting. Op de Uitwisselingsdag zijn de VersVOKO's van De Pijp (Amsterdam), Amersfoort en Groningen, en de gewone VOKO van Mokum (Amsterdam) vertegenwoordigd. Uit Kampen is een delegatie die daar een VersVOKO wil opstarten. Meike Vierstra vertegenwoordigt A SEED, de internationale, overkoepelende organisatie van de VersVOKO's. Als grote verrassing stappen Jeanette en Marcel Douma binnen, de telers van de Keukentuin in Zuidbroek. De Keukentuin is de 'hoofdleverancier' van de VersVOKO in Groningen. Zo wordt het een echte uitwisselingsdag met ook informatie van de kant van de producent!

VersVOKO De Pijp was er het eerst. Een klein groepje mensen uit TT is in januari van dit jaar met een VersVOKO begonnen. Ondertussen zijn er ongeveer vijftig deelnemers, met een harde kern van zo'n twintig mensen, en bestellen er tien tot vijftien mensen per twee weken. Het probleem is dat het kleine groepje dat de VersVOKO heeft opgericht, nog steeds de kar trekt, “dat is vaak de valkuil bij veel TT-afdelingen”. De vraag die ook bij de andere VersVOKO's speelt, is hoe je mensen uit hun consumptieve houding haalt zodat ze actief gaan deelnemen en samen het werk gaan doen.

Amsterdam hanteert een straal van twintig tot dertig kilometer als grens voor de producten. Er zijn vijf leveranciers die allemaal weliswaar op fietsafstand van de stad wonen, maar als je bij alle vijf langs wilt gaan kost het je een dag. Het is te ver om alles met een bakfiets te halen en er zijn te weinig bestellingen om het te laten bezorgen; en maar weinig mensen van de VersVOKO hebben een auto. Dus moeten ze pragmatisch zijn. Nu is de keuze tussen niet-biologische producten van wat dichterbij óf “we trekken Noord-Holland erbij”. Een van de adviezen die ze krijgen is: “Een keer naar de Flevopolder rijden kan voordeliger zijn dan vijf keer in de regio”. De VersVOKO Amersfoort denkt erover om een grote partij bietjes en boerenkool te kopen en die in een schuur op te slaan – wat misschien ook voor Amsterdam een oplossing is.

De 'gewone' VOKO Mokum bestaat ongeveer drie jaar. Er staan zestig deelnemers op de lijst en de laatste keer waren er achtentwintig bestellingen. Die zestig mensen MOETEN iets doen, “ze moeten minimaal één shift per twee maanden draaien”. Bij deze VOKO komen steeds meer verse producten. Eerst haalden ze al hun spullen bij De Nieuwe Band in Marum, maar nu zijn er inmiddels negen leveranciers, waaronder een aantal uit de regio: “We doen alles wat we beter kunnen doen dan de natuurvoedingswinkel”. Een keer per maand kunnen de mensen bestellen en afhalen. De VOKO Mokum zit in een anti-kraakruimte, “ja, we zijn een guerilla-VOKO”.

De coördinator van VOKO Mokum is afkomstig uit de Slow Foodbeweging. Vanuit Slow Food wordt met belangstelling naar de VersVOKO's gekeken. Want door de VersVOKO's komen regionale producten weer in het vizier en daarmee ook meer smaak en verscheidenheid in het voedselaanbod. De coördinator zelf is met een graanproject begonnen waarbij hij oude graansoorten gaat zaaien. De zaden moeten eerst in Duitsland en Italië worden gehaald. Van een boer in Noord-Holland heeft hij een akker voor het project in bruikleen gekregen onder de voorwaarde dat de boer deelt in de winst. Het is de bedoeling dat van het graan brood wordt gebakken of bier wordt gebrouwen. Oude graansoorten zorgen voor meer smaak- en biodiversiteit en zijn vaak veel beter resistent tegen ziekten; alleen brengen ze financieel meestal minder op. Marcel Douma van de Keukentuin vult aan dat er wel honderd soorten boerenkool zijn, maar dat tegenwoordig vaak alleen voor die ene soort wordt gekozen die het meeste geld oplevert. Niet de smaak van een product bepaalt of het geteeld wordt, maar de opbrengst, en dat gaat haast altijd ten koste van de smaak. Door meer lokale producten te consumeren zal de smaak van ons eten alleen maar toenemen – een heerlijke gedachte!

Amersfoort heeft sinds juni een VersVOKO. Er doen al meer dan zeventig mensen mee, met zestien kleine telers binnen een straal van vijfentwintig kilometer. Er is dan ook flink reclame gemaakt binnen “grof volkoren Amersfoort”. Amersfoort vraagt van nieuwe mensen een actieve deelname: “Wij vragen commitment, de eis is: je verbindt je, het is een collectief, we moeten het allemaal zelf doen”. Voor nieuwe mensen worden zogenaamde 'inpraatavonden' georganiseerd. De VersVOKO is onderverdeeld in teams die alle voorkomende problemen zelf moeten oplossen. De kerngroep bestaat uit tien mensen. Het probleem is dat er té veel mensen ineens lid zijn geworden. Vooral in de verdeelgroep “heerst lichte paniek omdat ze het niet meer aankunnen”. Daarom kunnen er nu even geen nieuwe mensen meer bij: “We moeten ons eerst herpakken, want we willen geen mensen kwijtraken”. Als er meer dan honderd deelnemers zijn, wordt de groep gesplitst. Ook wordt er over gedacht om samen te gaan met TT.

Het knelpunt van de VersVOKO Amersfoort is dat er heel bewust geen coördinator of bestuur is: “Niet het bestuur, maar de beweging moet leidend zijn”. Dat levert praktische problemen op: “De meeste nieuwe mensen hebben een hele afwachtende houding, ze zijn niet gewend om zelf in actie te komen, ze blijven consument. Bij ons moeten ze zelf bedenken hoe het moet”. Daarnaast speelt mee dat een VersVOKO geen rechtspersoon is, een probleem waar ook de andere VersVOKO's tegenaan lopen. Want als je geen rechtspersoon bent, kun je bijvoorbeeld geen zakelijke bankrekening openen. Meike van A SEED vertelt dat er inmiddels contact is met accountantskantoor Ernst & Young om uit te zoeken hoe dat juridisch zit. VersVOKO De Pijp heeft als oplossing bedacht dat ze een stichting-in-oprichting zijn “maar die stichting komt er nooit”; daarmee hebben ze ondertussen wel een bankrekening kunnen openen. De VersVOKO Groningen heeft een privébankrekening. In Groningen hebben ze trouwens de hele organisatie van de gewone VOKO Groningen gekopieerd, waarbij de vergadering leidend is: “Je roept een vergadering bijeen als er iets moet gebeuren of als je het ergens niet mee eens bent. Vanaf vier leden mag een vergadering beslissingen nemen”. Maar ook in Groningen draait de VersVOKO op maar een paar mensen.

In Kampen is een groep van vijftien mensen bezig met het opzetten van een VersVOKO. Het probleem is dat in Kampen een kleine natuurvoedingswinkel zit die net het hoofd boven water kan houden; ze kennen de mensen van de natuurvoedingswinkel vrij goed. Een nieuwe VersVOKO zal ongetwijfeld aan de klandizie van de natuurvoedingswinkel knagen, al willen de mensen van de VersVOKO de natuurvoedingswinkel helemaal niet kapotconcurreren. Als suggestie wordt aangedragen dat ze eerst moeten gaan praten met de mensen van de natuurvoedingswinkel en in dat contact zoeken naar een oplossing die voor beide partijen goed is. Misschien kunnen door de VersVOKO juist nieuwe klanten voor de natuurvoedingswinkel worden geworven. Verder speelt mee dat Kampen behoorlijk christelijk is en dat die christelijke mensen een vrij gesloten groep vormen die moeilijk bereikt kan worden.

Marcel en Jeanette Douma van de Keukentuin zijn zeventien jaar geleden in het Westland begonnen met het telen van potplanten en kruidenplantjes voor veilingen. Het was vaak een teleurstellende bezigheid: “Op een veiling moet je afwachten wat de klok doet. Dan heb je de hele dag plantjes staan pakken, dan ben je moe maar toch ook hartstikke trots op je product en dan krijg je maar tien cent per plantje. Ja, en dan staan die plantjes wel voor één euro dertig in de winkel, dat is balen”. Omdat in het Westland geen uitbreidingsmogelijkheden waren, zijn Marcel en Jeanette verhuisd naar Zuidbroek. Eerst teelden ze alleen voor de groothandel en (natuurvoedings)winkels. Maar inmiddels hebben ze zelf een klein winkeltje aan huis met eigen producten en producten uit de regio. Een vaste klantenkring neemt elke week rond de zestig groente-, fruit en kruidenpakketten af. De verste winkels zijn ondertussen afgestoten. Want hoe duurder de benzine, hoe duurder het transport. Marcel: “Als de diesel weer duurder wordt, dan betaal je zo tien procent meer per pallet. Nou, dat gaat allemaal van je winst af”. Ze hopen over twee jaar alle winkels afgestoten te hebben en alleen nog maar pakketten te verkopen: “Met honderdtwintig pakketten zijn we tevreden”.

Voor Marcel en Jeanette is het hard werken voor een sober bestaan. Ze kunnen er van leven, maar een vetpot is het niet: “We gaan niet op vakantie, we hebben één stel goede kleren voor als we de deur uit moeten en we maken en doen veel zelf”. Maar ze blijven hun werk ontzettend leuk vinden: “Het is bij ons een uit de hand gelopen hobby”. Marcel vertelt enthousiast dat ze elk jaar iets nieuws uitproberen: “Je hebt hele leuke rassen”. Soms telen ze ook op verzoek: “Iemand vroeg naar snijmoes, 'warmoes' heet dat hier. We hebben op internet gekeken en nu hebben we vier meter snijmoes. En blauwschokkers telen we ook, dat zijn kapucijnders”.

De Keukentuin heeft een EKO-keurmerk. Eigenlijk is een EKO-keurmerk niet nodig als er een vertrouwensband met de klant is. Maar Marcel vertelt dat er ook telers zijn die zowel biologisch als niet-biologisch verkopen en dat dat wel eens door elkaar loopt: “Door de misverstanden worden de mensen argwanend. Daarom hebben wij wél een EKO-keurmerk, om misverstanden te voorkomen”. Jeanette zegt dat steeds meer mensen willen weten waar hun eten vandaan komt, ze willen het zíen. Daarom nodigt ze steevast mensen uit om vooral in de tuin en de kas te gaan kijken. Sinds kort hebben ze ook wat dieren die het afval van de tuinderij eten. En de dieren leveren weer mest voor de tuinderij.

Zowel voor de VersVOKO's als voor de telers is het belangrijk dat ze contact met elkaar hebben en dat ze samenwerken. Er kunnen immers alleen VersVOKO's opgericht worden als er ook telers in de buurt zijn; en telers hebben afnemers nodig. Telers zitten met het probleem dat ze moeten investeren vóórdat ze kunnen verdienen; eerst zaaien, dan oogsten, ze beginnen met een schuld. Overal in het land zijn initiatieven met verschillende oplossingen voor dit probleem. Zoals bijvoorbeeld (permacultuur)tuinen waarvan mensen lid zijn en waarbij ze een paar keer per week zelf mogen oogsten. De meest ideale oplossing is het pergolasysteem waarbij de (toekomstige) afnemers als het ware die schuld voorschieten, en de teler houdt op zijn beurt dan rekening met de wensen van de afnemers. Op de Uitwisselingsdag wordt het als volgt verwoord: “Het is belangrijk om te kijken waar je geldstroom heengaat, waar komt je geld terecht? Als je in de Albert Heyn groente koopt, komt er maar weinig geld bij de boer terecht. Bij de natuurvoedingswinkel is dat al wat meer. Alleen bij de VersVOKO krijgt hij een eerlijke prijs”.

Alle VersVOKO's hebben vergelijkbare problemen, varierend van 'hoe kom je aan een gratis ruimte', 'wat doen we met het fruit in de winter' en 'hoe kom je aan telers' tot 'hoe zit het nou met de belasting en de warenwet'. In tegenstelling tot de VOKO's uit de donkere jaren tachtig, die de publiciteit schuwden, zoeken de VersVOKO's van nu naar onderlinge samenwerking en transparantie. Er is behoefte aan duidelijke definities ('wat is een VersVOKO precies?') en afbakening ('van hoever mogen de producten nog komen?'). Ook wordt duidelijk dat eerst het juridische gedeelte moet worden uitgezocht vóórdat er bijvoorbeeld een website kan komen waarop alle VOKO's en VersVOKO's van Nederland staan. Maar de basis van de onderlinge samenwerking is vanmiddag gelegd, er zijn emailadressen, ideëen en adviezen uitgewisseld. De meningen over de middag lopen uiteen van “een supermiddag”, “inspirerend” tot “goed om te horen waar andere mensen mee bezig zijn”.

De VersVOKO's van nu staan midden in de maatschappij en worden opgezet door mensen uit haast alle lagen van de bevolking, van twintigers tot en met vijftigers. De tijd van de obscure VOKO's in de (anarchistische) marge van de maatschappij lijkt definitief voorbij. De olie mag in de toekomst dan schaarser worden, met de opkomst van lokale producten zal ons voedsel meer smaak krijgen. Deze conclusie op de Uitwisselingsdag van de VersVOKO's in Groningen, de hoofdstad van de Smaak, is een waardige afsluiting van de Week van de Smaak!

Groningen, oktober 2011

Renneke Bakker voor de Keerant, het blad van de LETSorganisatie de Keerkring Groningen

Zie ook:
1. Hoe het eind van de geschiedenis het begin van de VOKO Groningen werd
2. “Leef nu zoals je later wilt leven”- Over de VersVOKO Groningen

Labels

A28 (1) aardbeving (2) aardhonden (1) ADHD (1) afschieten (1) afval (1) akkerrandenbeheer (2) alternatief (1) bedrijventerrein (1) beleid (3) besluitvorming (1) bever (2) beverrat (1) bijensterfte (1) bio-industrie (4) biochar (1) biodiversiteit (1) biomassavergisting (1) Blauwestad (2) bomenkap (1) bouw (1) bouwblokken (1) braakligging (1) bus (1) bussen (1) catering (1) CCS (1) chantage (1) chinchilla (1) CO2 (4) COS (1) cursus (1) demagogie (1) dichters (1) diefstal (1) Dierenbescherming (1) dierenleed (1) dierenwelzijn (4) digestaat (1) dood (1) drogredenen (1) duister (1) duurzaamheid (8) economie (2) Eemshaven (3) EHS (6) ekoproducten (4) elektriciteitscentrale (1) energiebeleid (1) energiecentrales (2) energieneutraal (1) exoten (1) export (1) fairtrade (1) faunabeheereenheid (1) faunapassage (1) fiets (1) flora- en faunawet (2) fluster en duster (1) forum (5) foto's (1) ganzenoverlast (3) gaswinning (2) geldmodel (1) geldverspilling (1) gewasbescherming (2) Gezinsbode (3) GGD (1) Greenpeace (1) groene stroom (2) grondwater (1) hazen (2) heling (1) hengelsport (2) honden (1) incidenten (1) inzamelen (1) jacht (5) jagen (3) jongeren (1) kaart (1) kabelbaan (1) kiekendief (1) klimaat (3) koeien (1) kolen (3) Koningslaagte (3) kosten (1) kwik (1) landbouw (2) leefbaarheid (1) lelies (1) LTO (2) maaibeheer (1) malaria (1) Meerstad (1) megastallen (10) meldpunt (1) melkveehouderij (10) mestkelder (1) mestoverschot (2) mestvergisters (1) metam natrium (1) MFG (1) milieu (5) milieudefensie (1) Milieudienst (1) Milieufederatie (4) muskusratten (5) N33 (1) nacht (1) natuur (5) opvang (1) overlast (1) papier (1) piepschuim (1) plastic (2) politiek (2) POP (6) proef (2) proefdierlaboratorium (1) prooidieren (1) protest (1) Provinciale Staten (6) PvdD (14) ree (1) regionaal (1) regiotram (6) respect (1) roofdieren (1) RUG (1) schade (1) scharreleieren (1) soja (1) Staatsbosbeheer (1) stad Groningen (5) stadjerspas (1) station (1) straatvuil (1) subsidie (1) supermarkt (1) therapie (1) toekomst (1) toerisme (1) tram (2) Transition Town (1) trein (1) uitstoot (1) varkens (1) vegetarisch (1) vergiftiging (4) vergunning (1) verjaagmethode (2) verkiezingen (3) verspilling (2) vervuiling (3) vispas (1) visserij (1) vleermuis (2) vlees (1) vleesconsumptie (1) vleesvervangers (1) voeding (5) voetafdruk (1) VOKO (3) vossen (4) vuurwerk (2) wasbeer (1) waterschap (4) waterwoeler (1) weblog (1) wedstrijd (1) wegaanleg (2) weidegang (2) weidevogels (3) wethouder (1) WHO (1) wild (1) windhandel (1) WOB (1) zeearend (1) Zembla (1)