18 nov 2012

OV-luwe binnenstad Groningen

Auto’s worden al tientallen jaren geweerd uit de binnenstad, maar nu de tram niet meer door lijkt te gaan, is het tijd om te spreken over het weren van stadsbussen uit de smalle straten die naar het centrum lopen. Van de vele bezoekers die naar de Groninger binnenstad willen zullen er niet veel zijn die hun bezoek per se op de Grote Markt hoeven te starten. 150 meter van de Martinitoren is ook goed, vooropgesteld dat je uit kunt stappen aan de goede kant van de binnenstad.
Een dergelijke oplossing maakt de Groninger binnenstad nog meer een voetgangersparadijs en fietsvriendelijk. De gemeente bespaart veel geld en heeft een flexibele oplossing voor mobiliteit.

2 nov 2012

Geld in een bodemloze put

Lidwien Schuitemaker schreef het al in een ingezonden brief in de Gezinsbode van 1 november: in de stad Groningen gaat het geld in een bodemloze put. En "de bekende chantagetruc wordt opgevoerd: de regiotram laten doorgaan omdat al zoveel kosten zijn gemaakt. Dat geld naar dure communicatiebureaus, adviseurs, projectontwikkelaars en bouwbedrijven. Het volgende onzinnige en geldverslindende project ligt al klaar: een kabelbaan met geblindeerde cabines, om inkijk te voorkomen in de huiskamers van Stadjers."

Ook Gerjan Kelder van de PvdD laat weten:
‘Behalve een gespecificeerde kosten/baten-analyse betreffende stoppen met het Forum en duidelijkheid over de kosten van het nieuwe onderzoek, wil Kelder ook weten wanneer het college heeft besloten tot een ‘feestelijke start’ van de bouw van het Forum op 31 october. Deze datum is namelijk zeer onlangs, 19 oktober, naar buiten gekomen, nadat het college was gevallen over de tram. Kelder: “Dat deed bij mij het boze vermoeden ontstaan dat dit ‘feestje’ alleen maar is gepland om duidelijk te maken dat met het Forum al is begonnen en dat we daar echt niet meer mee zouden kunnen stoppen zoals met de tram. Maar ik geloof daar helemaal niets van. Het blijft voor de Partij voor de Dieren onbestaanbaar dat in deze stad gesubsidiëerde banen verdwijnen, terwijl er miljoenen worden geïnvesteerd in een lege kolos.”

Tot zover Kelder.
Om dierentermen te blijven:
Lopen politici aan de leiband van bouwbedrijven, projectontwikkelaars en consultants?

Beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald. En deze oubollige opmerking sluit weer helemaal aan bij de foto op de voorpagina van de Gezinsbode van mensen in klederdracht die soep en broodjes presenteren bij de starthandeling van het Groninger Forum.

9 sep 2012

Milieudienst blaast onder druk straatstof over voetgangers

Bij de Milieudienst heeft men haast om het straatvuil te verzamelen. Om het te vergemakkelijken blaast men met een bladblazer het zwerfvuil bij elkaar. Of daartussen ook voetgangers lopen en daarmee onder het straatstof wordt geblazen daar wordt niet opgelet.
Straatvuil is verloedering, maar onverschillig werken ook.
Zou deze vorm van werken door de milieudienstmedewerkers gezien mogen worden als gebrek aan respect voor het publiek als gevolg van te hoge werkdruk?

Jongeren die in de stad Groningen een snoeppapiertje op straat gooien, kunnen direct door naar bureau Halt om daar een alternatieve straf te ondergaan. Dat is een mooie aanleiding om hen vervolgens met echte bezems aan het werk te zetten en zo minder stof te doen opwaaien.

4 apr 2012

Tram No Way!

Stadjer Johan Mostertman is een posteractie begonnen tegen de aanleg van de regiotram.
Daarop is een poster (tram no way!) te downloaden en vervolgens te printen waarmee hij hoopt medestanders zichtbaar te maken.

De argumenten van Mostertman, te lezen op zijn site, zijn de volgende:

De redenen om nu te stoppen met de plannen voor de brede regiotram door de stad Groningen kunnen heel verschillend zijn.

Misschien herken je jezelf in één of meer van de volgende argumenten:
De plannen voor het aanleggen zijn vooral ook bedoeld om het piekuren-probleem op te lossen van studenten die ‘s ochtends van het Centraal Station naar het Zernike-complex vervoerd willen worden.

Het is een probleem dat ook mede door de knappe koppen van de RuG en de Hanzehogeschool moet worden opgelost. Er zijn goede alternatieven denkbaar die weinig geld kosten:

Ik denk zelf aan:

vervoer via het Noorderstation (dit station ligt hemelsbreed vlak bij het Zernike-complex!)
de flexibilisering van de aanvangstijden van colleges. Studenten kunnen dan b.v. om 10 uur en 11.00 uur beginnen in plaats van massaal allemaal om 9.00 uur.

Ik zie dat buiten de piekuren (overdag, weekenden en vakantie) de bussen op de Zernike-lijn praktisch onbezet zijn.

Als de OV-jaarkaart wordt afgeschaft (wat beslist niet denkbeeldig is) zal ook de nieuw tram leeg blijven: de studenten zullen dan weer voor de fiets kiezen… Logisch met die smalle beurzen.

De tram is een vervoersmiddel uit de 19e eeuw, dit biedt niet de oplossing voor wat speelt in de 21e eeuw.
Ik vind Groningen een prachtige stad met een prachtig stadshart, laat het zo blijven. Als je de smalle Oostertraat bekijkt waar de b r e d e regiotram zich doorheen moet wurmen, dan zie je nu al dat de Groninger middenstand zich terugtrekt: meer dan 15 panden staan te koop of te huur. Doodzonde.

Ik ben voor een financieel gezond Groningen en wil niet wonen in een armlastige stad die onder curatele komt te staan van Den Haag (dat op zijn beurt onder curatele van Brussel dreigt te komen)

Grote projecten als Forum en Meerstad kosten handenvol geld. De verkoop van kavels valt voor tientallen miljoenen tegen. Ook het mooie Groninger Museum vergt een financiële inspanning van de Gemeente. Om maar te zwijgen van de onderwijsmiljoenen die de gemeente verschuldigd is aan de nieuw gevormde Onderwijsinstelling.

Ik vrees dat op de hele aanlegroute Groningse bedrijven failliet kunnen gaan (denk aan fietsenverkoper Ferwerda door jarenlange afsluiting van het Damsterdiep)

Een aanzienlijke verhoging van de OZB dreigt voor alle Groninger huizenbezitters: en eerlijk gezegd vind ik de OZB nu al de pan uitrijzen

Er zal langs de hele route kaalslag plaatsvinden: de gemeente is er al mee begonnen aan de Zonnelaan (onverwacht vooruitlopend op de aanleg van de tram, waarover toch nog niets beslist is…?)

De aanleg van de tram wordt nu begroot op ruim €300 miljoen; de ervaring leert dat zulke grote projecten uiteindelijk twee keer zo lang duren en 2 keer zo duur uitvallen.

Van de grote Nuon-kolencentrale in de Eemsmond zegt men: met de kennis van nu hadden we dat niet moeten doen: hoe zal dat met de tram gaan?

De rekening van dit soort grote projecten - veel hoger dan oorspronkelijk begroot – wordt niet vereffend door de (vertrekkende) bestuurders van de stad maar door de (blijvende) burgers.

TENSLOTTE: laat het middel (een brede regiotram) om een relatief klein probleem van de RUG en de Hanze Hoge School op te lossen niet om politieke redenen een doel op zich worden. Laten we gewoon nuchter blijven kijken naar wat NU in DEZE omstandigheden goed is voor Groningen: een pronkjuweel. Nog wel.

Tot zover Mostertman.

Ik sluit me bij hem aan.

11 mrt 2012

Bezwaar tegen megakoeienstal in Vlagtwedde

Onderstaande tekst is ingesproken bij een commissievergadering van de Groningse Provinciale Staten door een inwoner van Vlagtwedde, wonende op het Hebrecht.

Geachte Commissie,

Dank voor het mogen uitspreken van onze zorg betreffende de megastal.
Het Hebrecht is aaneengesloten met het Rhederveld. De locatie van de eventuele megastal is dan ook aan deze streekgrens gesitueerd: Een gebied dat eeuwenoud ontoegankelijk was, vanwege het nat gehouden veen. Het betreft een verdedigingslinie, beter bekend als het Bourtangermoor: Begin 1900 ontgonnen en na 100 jaar, weliswaar in een andere vorm, nog altijd een uniek agrarisch gebied met stilte, duisternis en wilde dieren. De combinatie met een identiek gebied aan Duitse zijde maakt het juist zo bijzonder.
Maar aan deze eeuwenoude schoonheid komt kennelijk een einde. Ongeveer 20 jaar geleden is er om begrijpelijke reden een onderbroken verkavelingsweg aangelegd voor aan- en afvoer van mest en landbouwgewassen. Deze onderbreking is het afgelopen jaar opgeheven. De betonweg is inmiddels een sluiproute geworden voor verkeer en voor menig jongere een racebaan. De eerste mestbassins zijn in het landschap verrezen en als we er niet voor waken ook de eerste megastal.
Het kapot maken van dit gebied baart mij en velen met mij grote zorg. Macht, geld en prestige gaan kennelijk boven schoonheid en leefbaarheid van deze streek en de belangen van eigen ondernemers.
We hebben mogen aanschouwen hoe de aanvrager van het agripark de heer Buijs om is gegaan met de door hem verworven bebouwingen. De aangekochte percelen heeft hij ontdaan van zijn greppels en begroeiing en vervolgens omgevormd tot megagrote kale percelen, welke straks blootgesteld worden aan rücksichtslos maaibeleid en sleepbemesting.
Graag wil ik (als bewoner en zeer betrokken bij deze streek en zijn ondernemers) u de volgende punten van zorg meegeven:
Beseft u dat:
* De komst van deze megastal een definitief einde maakt aan een eeuwenoud uniek gebied ?
* Er bij deze wijze van veehouderij met z'n werkwijze in combinatie met de monogewassen nauwelijks nog sprake is van fauna en flora.
* U uw eigen ondernemers het mes op de keel zet. U maakt met instemming van deze bedrijfsvorm een bewuste keus om met enkele grootmachten verder te gaan en daarmee zet u de toekomst van de huidige bedrijven onnodig op het spel.
* U een precedent schept voor andere grootmachten en landelijk een voorbeeld bent.
* Er bij de huidige melkveehouderij totaal niet de behoefte is aan een schaalvergroting van deze omvang en ook de akkerbouw in de hoek gedreven wordt.
* Er op het agripark 24 uur gewerkt wordt en er van stilte en duisternis geen sprake meer is.
* Maatschappelijk er totaal geen draagkracht voor is en eventuele weidegang onmogelijk wordt.
* Dat van genoemde extra werkgelegenheid totaal geen sprake is.
* Dat u indirect met toelaten van deze bedrijven de grondprijzen opdrijft met verstrekkende gevolgen, die ook buiten de landbouw merkbaar zullen zijn.
* U als provincie een maatschappelijke zorgplicht heeft voor het behoud van het landschap, de toekomst van eigen burgers, het huidige bedrijfsleven, maar ook voor het dierenwelzijn.

Ik hoop dat u zich los kunt maken van het charmeoffensief van de heer Buijs. Weet u gesteund door de inwoners van onze streek en dat het wijzigen van uw standpunt respectvol ontvangen zal worden.

Dank voor uw aandacht.


Tweede Termijn:
De volgende vragen zou ik graag beantwoord zien:
• Is behalve de toezegging door de gemeente voor nog mogelijke uitbreiding van bestaande bedrijven niet nog een grotere bedreiging de beschikbaarheid van grond en het oplopen van de grondprijzen? Een groot aantal bedrijven in de omgeving is diep gefinancierd en velen wachten de melkprijs af bij het wegvallen van het melkquotum in 2015 (hetgeen van bovenaf bepaald is). Al deze bedreigingen doet de gemeente af als “ondernemersrisico”. “Jullie hebben je kans gehad”, werd letterlijk uitgesproken. Heeft de provincie dezelfde visie of neemt zij haar ondernemers wel in bescherming?
• Hoeveel waarde hecht de provincie aan de huidige bedrijven? Heeft niet alleen evenwichtige “groei”, in samen hang met maatschappelijk draagvlak de toekomst? Deze vorm van veehouderij heeft immers niets meer van doen met opschalen.
• Er wordt door de heer Moorlag uitgesproken dat er geen instrumenten meer zijn om het tij te keren. Ik denk zelf dat de wil hiertoe ontbreekt. In deze sector ben je afhankelijk van wet- en regelgeving en dus van de overheden. Overgangsrecht, keukentafelgesprekken, eerder gedane toezeggingen en gewekte verwachtingen: ze vormen de basis voor een eventueel positief besluit voor de heer Buijs. Ik stel vast dat het College zich in alle bochten probeert te wringen om woord te houden aan de heer Buijs, ten koste van alles wat je maar bedenken kunt.

7 mrt 2012

Waarom paginagrote advertentie over muskusrattenbeheer?

Waterschap Hunze en Aa’s bestrijden muskusratten en daarom plaatste het waterschap ("van uw geld") op 6 maart een paginagrote advertentie in de Gezinsbode met de titel "Voor úw veiligheid!". Waarom? Dat is onduidelijk, want wanneer u een muskusrat signaleert dan hoeft u niets te doen, dat doen de muskusrattenvangers wel.

Maar waarom zet het waterschap niet de vos in? Want vossen bestrijden naast ganzen ook muskusratten. En er zijn nog meer helpers. Zou het geld voor een advertentie niet beter besteed zijn aan een het bevorderen van een natuurlijk beheer? Meer lezen? Klik hier.

5 mrt 2012

Milieudefensie en Miss Piggy vragen Provinciale Staten om megastal te weren

Komst megastal Vlagtwedde staat haaks op beleid provincie

Milieudefensie en 'Miss Piggy' komen woensdagmorgen 7 maart de Statenleden van de provincie Groningen herinneren aan hun eigen beleid voor de intensieve veehouderij. Die dag bespreekt de Statencommissie Omgeving en Milieu de wenselijkheid van megastallen, naar aanleiding van de komst van een megastal met 1800 koeien in Vlagtwedde. Het toestaan van een megastal druist volgens Milieudefensie in tegen het beleid van de provincie en het verzoek van Staatssecretaris Bleker aan provincies en gemeenten om nieuwe megastallen te weren.

Klaas Breunissen van Milieudefensie: “De provincie heeft laten weten geen veehouderij te willen waar dieren niet of nauwelijks buiten komen. Door schaalvergroting staan er juist meer dieren op stal in plaats van in de wei.”

Milieudefensie wil dat de landelijke politiek met een verbod op megastallen komt. Staatssecretaris Bleker, zelf afkomstig uit Vlagtwedde, heeft in november vorig jaar aan provincies en gemeentes gevraagd om gedurende de lopende maatschappelijke discussie niet mee te werken aan veebedrijven groter dan anderhalf hectare. Het bedrijf in Vlagtwedde moet zo'n tien hectare groot worden.

De milieuorganisatie wil dat de Provinciale Staten de zorg van de burgers serieus nemen en zich uitspreken tegen megastallen. Hier gaat ook een krachtig signaal naar Den Haag van uit. Komende donderdag zullen in de Tweede Kamer moties worden ingediend naar aanleiding van de visie van Bleker op megastallen. Breunissen: “Nederland wil geen veefabrieken. Het is tijd dat de politiek stappen gaat ondernemen. Bleker doet vooralsnog niets, we hopen dat de provincie Groningen het goede voorbeeld geeft in Blekers eigen Vlagtwedde.”

De inspraak is terug te zien op de site van de Groningse Provinciale Staten.

20 jan 2012

Wasbeer als object voor de plezierjacht

In het DvhN van 20 januari een artikel over de wasbeer door Geert Job Sevink.
De wasbeer rukt op in Nederland. Is dat erg? "Ja", zegt de Groningse boswachter Jan Willems, "want ze brengen veel schade toe aan de natuur. Ze roven de nesten van weidevogels leeg en ze pakken ook wel eens een jong haasje.
Maar ze zijn ook in staat om kippenhokken open te maken en roven daar de eieren uit."

Tot zover het DvhN.

Het is de vraag waarom de boswachter concludeert dat de wasbeer veel schade aan de natuur berokkent. Er zijn legio dieren, bijvoorbeeld dassen en vossen, die hetzelfde effect op de natuur hebben. Jonge dieren en eieren eten is heel normaal, de mens doet het ook. Zijn er voldoende hazen dan zijn ze voor de jager om deze voor de lol te schieten. Zou de wens van de boswachter ingegeven zijn om zijn geweer weer eens te mogen gebruiken?
Dat de een liever naar een weidevogel kijkt en de ander naar een wasbeer is toch voldoende bestaansrecht voor de laatste?
In de natuur vechten dieren onderling zelf wel uit wie mag blijven voortbestaan.

12 nov 2011

Diervriendelijke oplossingen voor ganzenoverlast

Anja Hazekamp is statenlid voor de Partij voor de Dieren in Groningen. Mariken Jongman is bestuurslid Partij voor Dieren afdeling Groningen. In het Dagblad van het Noorden van 12 november geven ze de volgende oplossingen voor ganzenoverlast:
- Richt natuurgebieden anders in, waardoor de ganzen er niet graag overnachten of nestelen en zorg voor voldoende voedselaanbod in de natuurgebieden.
- Lok ganzen naar gebieden waar zij geen schade kunnen aanrichten, door deze terreinen in te zaaien met witte klaver. Ganzen zijn er dol op. Ze blijken dit vijf maal zo lekker te vinden dan bemest grasland. Witte klaver zorgt bovendien voor een rijk bodemleven (Louis Bolk Instituut), wat ook weer goed is voor andere weidevogels.
- Stop met het afschieten van vossen, zoals nu op grote schaal gebeurt in Groningen. De aanwezigheid van een vos is bedreigend voor ganzen, die het hazenpad zullen kiezen.
- Verminder bemesting van productievelden, zodat er minder van het eiwitrijke gras groeit waar ganzen zo dol op zijn.
- Verjaag ganzen van de akkers en weilanden, door diervriendelijke verjaagmethoden.

In de video hieronder vertelt Dierderik van Liere over zijn methode om ganzen te verjagen met een bewegende draad die gespannen wordt in een weiland.

Van Liere from Albert Brunsting on Vimeo.



- Ganzen houden van een open landschap, waar ze alle ruimte hebben om te landen en op te stijgen. Leg daarom natuurlijke barrières aan, zoals heggen en houtwallen. Laat koeien weer grazen in de wei, zodat ganzen minder ruimte krijgen.

4 nov 2011

Uitwisselingsdag VersVOKO (VOKO deel 3)

3. Uitwisselingsdag VersVOKO'S zaterdag 8 oktober 2011

Op de Uitwisselingsdag van de VersVOKO's meldt het radio1-journaal dat de energie in Nederland in de toekomst steeds vuiler, duurder en onbetrouwbaarder zal worden. Het is een klein berichtje dat weer heel erg duidelijk maakt dat we in Nederland duurzamer zullen moeten gaan leven: minder afhankelijk van fossiele brandstoffen, minder producten van de andere kant van de wereld en meer producten uit de buurt. De mensen die naar de Uitwisselingsdag van de VersVOKO's zijn gekomen, weten dat maar al te goed. Ze zijn afkomstig uit organisaties als Transition Town (TT), Slow Food, LETS, de gewone VOKO of de veganistische hoek – een paar mensen hebben 'iets' met biologische landbouw gedaan of willen dat gaan doen - en ze hebben zich verenigd in een VersVOKO.

In Nederland zijn op dit moment vier VersVOKO's. Daarnaast zijn er een aantal in oprichting. Op de Uitwisselingsdag zijn de VersVOKO's van De Pijp (Amsterdam), Amersfoort en Groningen, en de gewone VOKO van Mokum (Amsterdam) vertegenwoordigd. Uit Kampen is een delegatie die daar een VersVOKO wil opstarten. Meike Vierstra vertegenwoordigt A SEED, de internationale, overkoepelende organisatie van de VersVOKO's. Als grote verrassing stappen Jeanette en Marcel Douma binnen, de telers van de Keukentuin in Zuidbroek. De Keukentuin is de 'hoofdleverancier' van de VersVOKO in Groningen. Zo wordt het een echte uitwisselingsdag met ook informatie van de kant van de producent!

VersVOKO De Pijp was er het eerst. Een klein groepje mensen uit TT is in januari van dit jaar met een VersVOKO begonnen. Ondertussen zijn er ongeveer vijftig deelnemers, met een harde kern van zo'n twintig mensen, en bestellen er tien tot vijftien mensen per twee weken. Het probleem is dat het kleine groepje dat de VersVOKO heeft opgericht, nog steeds de kar trekt, “dat is vaak de valkuil bij veel TT-afdelingen”. De vraag die ook bij de andere VersVOKO's speelt, is hoe je mensen uit hun consumptieve houding haalt zodat ze actief gaan deelnemen en samen het werk gaan doen.

Amsterdam hanteert een straal van twintig tot dertig kilometer als grens voor de producten. Er zijn vijf leveranciers die allemaal weliswaar op fietsafstand van de stad wonen, maar als je bij alle vijf langs wilt gaan kost het je een dag. Het is te ver om alles met een bakfiets te halen en er zijn te weinig bestellingen om het te laten bezorgen; en maar weinig mensen van de VersVOKO hebben een auto. Dus moeten ze pragmatisch zijn. Nu is de keuze tussen niet-biologische producten van wat dichterbij óf “we trekken Noord-Holland erbij”. Een van de adviezen die ze krijgen is: “Een keer naar de Flevopolder rijden kan voordeliger zijn dan vijf keer in de regio”. De VersVOKO Amersfoort denkt erover om een grote partij bietjes en boerenkool te kopen en die in een schuur op te slaan – wat misschien ook voor Amsterdam een oplossing is.

De 'gewone' VOKO Mokum bestaat ongeveer drie jaar. Er staan zestig deelnemers op de lijst en de laatste keer waren er achtentwintig bestellingen. Die zestig mensen MOETEN iets doen, “ze moeten minimaal één shift per twee maanden draaien”. Bij deze VOKO komen steeds meer verse producten. Eerst haalden ze al hun spullen bij De Nieuwe Band in Marum, maar nu zijn er inmiddels negen leveranciers, waaronder een aantal uit de regio: “We doen alles wat we beter kunnen doen dan de natuurvoedingswinkel”. Een keer per maand kunnen de mensen bestellen en afhalen. De VOKO Mokum zit in een anti-kraakruimte, “ja, we zijn een guerilla-VOKO”.

De coördinator van VOKO Mokum is afkomstig uit de Slow Foodbeweging. Vanuit Slow Food wordt met belangstelling naar de VersVOKO's gekeken. Want door de VersVOKO's komen regionale producten weer in het vizier en daarmee ook meer smaak en verscheidenheid in het voedselaanbod. De coördinator zelf is met een graanproject begonnen waarbij hij oude graansoorten gaat zaaien. De zaden moeten eerst in Duitsland en Italië worden gehaald. Van een boer in Noord-Holland heeft hij een akker voor het project in bruikleen gekregen onder de voorwaarde dat de boer deelt in de winst. Het is de bedoeling dat van het graan brood wordt gebakken of bier wordt gebrouwen. Oude graansoorten zorgen voor meer smaak- en biodiversiteit en zijn vaak veel beter resistent tegen ziekten; alleen brengen ze financieel meestal minder op. Marcel Douma van de Keukentuin vult aan dat er wel honderd soorten boerenkool zijn, maar dat tegenwoordig vaak alleen voor die ene soort wordt gekozen die het meeste geld oplevert. Niet de smaak van een product bepaalt of het geteeld wordt, maar de opbrengst, en dat gaat haast altijd ten koste van de smaak. Door meer lokale producten te consumeren zal de smaak van ons eten alleen maar toenemen – een heerlijke gedachte!

Amersfoort heeft sinds juni een VersVOKO. Er doen al meer dan zeventig mensen mee, met zestien kleine telers binnen een straal van vijfentwintig kilometer. Er is dan ook flink reclame gemaakt binnen “grof volkoren Amersfoort”. Amersfoort vraagt van nieuwe mensen een actieve deelname: “Wij vragen commitment, de eis is: je verbindt je, het is een collectief, we moeten het allemaal zelf doen”. Voor nieuwe mensen worden zogenaamde 'inpraatavonden' georganiseerd. De VersVOKO is onderverdeeld in teams die alle voorkomende problemen zelf moeten oplossen. De kerngroep bestaat uit tien mensen. Het probleem is dat er té veel mensen ineens lid zijn geworden. Vooral in de verdeelgroep “heerst lichte paniek omdat ze het niet meer aankunnen”. Daarom kunnen er nu even geen nieuwe mensen meer bij: “We moeten ons eerst herpakken, want we willen geen mensen kwijtraken”. Als er meer dan honderd deelnemers zijn, wordt de groep gesplitst. Ook wordt er over gedacht om samen te gaan met TT.

Het knelpunt van de VersVOKO Amersfoort is dat er heel bewust geen coördinator of bestuur is: “Niet het bestuur, maar de beweging moet leidend zijn”. Dat levert praktische problemen op: “De meeste nieuwe mensen hebben een hele afwachtende houding, ze zijn niet gewend om zelf in actie te komen, ze blijven consument. Bij ons moeten ze zelf bedenken hoe het moet”. Daarnaast speelt mee dat een VersVOKO geen rechtspersoon is, een probleem waar ook de andere VersVOKO's tegenaan lopen. Want als je geen rechtspersoon bent, kun je bijvoorbeeld geen zakelijke bankrekening openen. Meike van A SEED vertelt dat er inmiddels contact is met accountantskantoor Ernst & Young om uit te zoeken hoe dat juridisch zit. VersVOKO De Pijp heeft als oplossing bedacht dat ze een stichting-in-oprichting zijn “maar die stichting komt er nooit”; daarmee hebben ze ondertussen wel een bankrekening kunnen openen. De VersVOKO Groningen heeft een privébankrekening. In Groningen hebben ze trouwens de hele organisatie van de gewone VOKO Groningen gekopieerd, waarbij de vergadering leidend is: “Je roept een vergadering bijeen als er iets moet gebeuren of als je het ergens niet mee eens bent. Vanaf vier leden mag een vergadering beslissingen nemen”. Maar ook in Groningen draait de VersVOKO op maar een paar mensen.

In Kampen is een groep van vijftien mensen bezig met het opzetten van een VersVOKO. Het probleem is dat in Kampen een kleine natuurvoedingswinkel zit die net het hoofd boven water kan houden; ze kennen de mensen van de natuurvoedingswinkel vrij goed. Een nieuwe VersVOKO zal ongetwijfeld aan de klandizie van de natuurvoedingswinkel knagen, al willen de mensen van de VersVOKO de natuurvoedingswinkel helemaal niet kapotconcurreren. Als suggestie wordt aangedragen dat ze eerst moeten gaan praten met de mensen van de natuurvoedingswinkel en in dat contact zoeken naar een oplossing die voor beide partijen goed is. Misschien kunnen door de VersVOKO juist nieuwe klanten voor de natuurvoedingswinkel worden geworven. Verder speelt mee dat Kampen behoorlijk christelijk is en dat die christelijke mensen een vrij gesloten groep vormen die moeilijk bereikt kan worden.

Marcel en Jeanette Douma van de Keukentuin zijn zeventien jaar geleden in het Westland begonnen met het telen van potplanten en kruidenplantjes voor veilingen. Het was vaak een teleurstellende bezigheid: “Op een veiling moet je afwachten wat de klok doet. Dan heb je de hele dag plantjes staan pakken, dan ben je moe maar toch ook hartstikke trots op je product en dan krijg je maar tien cent per plantje. Ja, en dan staan die plantjes wel voor één euro dertig in de winkel, dat is balen”. Omdat in het Westland geen uitbreidingsmogelijkheden waren, zijn Marcel en Jeanette verhuisd naar Zuidbroek. Eerst teelden ze alleen voor de groothandel en (natuurvoedings)winkels. Maar inmiddels hebben ze zelf een klein winkeltje aan huis met eigen producten en producten uit de regio. Een vaste klantenkring neemt elke week rond de zestig groente-, fruit en kruidenpakketten af. De verste winkels zijn ondertussen afgestoten. Want hoe duurder de benzine, hoe duurder het transport. Marcel: “Als de diesel weer duurder wordt, dan betaal je zo tien procent meer per pallet. Nou, dat gaat allemaal van je winst af”. Ze hopen over twee jaar alle winkels afgestoten te hebben en alleen nog maar pakketten te verkopen: “Met honderdtwintig pakketten zijn we tevreden”.

Voor Marcel en Jeanette is het hard werken voor een sober bestaan. Ze kunnen er van leven, maar een vetpot is het niet: “We gaan niet op vakantie, we hebben één stel goede kleren voor als we de deur uit moeten en we maken en doen veel zelf”. Maar ze blijven hun werk ontzettend leuk vinden: “Het is bij ons een uit de hand gelopen hobby”. Marcel vertelt enthousiast dat ze elk jaar iets nieuws uitproberen: “Je hebt hele leuke rassen”. Soms telen ze ook op verzoek: “Iemand vroeg naar snijmoes, 'warmoes' heet dat hier. We hebben op internet gekeken en nu hebben we vier meter snijmoes. En blauwschokkers telen we ook, dat zijn kapucijnders”.

De Keukentuin heeft een EKO-keurmerk. Eigenlijk is een EKO-keurmerk niet nodig als er een vertrouwensband met de klant is. Maar Marcel vertelt dat er ook telers zijn die zowel biologisch als niet-biologisch verkopen en dat dat wel eens door elkaar loopt: “Door de misverstanden worden de mensen argwanend. Daarom hebben wij wél een EKO-keurmerk, om misverstanden te voorkomen”. Jeanette zegt dat steeds meer mensen willen weten waar hun eten vandaan komt, ze willen het zíen. Daarom nodigt ze steevast mensen uit om vooral in de tuin en de kas te gaan kijken. Sinds kort hebben ze ook wat dieren die het afval van de tuinderij eten. En de dieren leveren weer mest voor de tuinderij.

Zowel voor de VersVOKO's als voor de telers is het belangrijk dat ze contact met elkaar hebben en dat ze samenwerken. Er kunnen immers alleen VersVOKO's opgericht worden als er ook telers in de buurt zijn; en telers hebben afnemers nodig. Telers zitten met het probleem dat ze moeten investeren vóórdat ze kunnen verdienen; eerst zaaien, dan oogsten, ze beginnen met een schuld. Overal in het land zijn initiatieven met verschillende oplossingen voor dit probleem. Zoals bijvoorbeeld (permacultuur)tuinen waarvan mensen lid zijn en waarbij ze een paar keer per week zelf mogen oogsten. De meest ideale oplossing is het pergolasysteem waarbij de (toekomstige) afnemers als het ware die schuld voorschieten, en de teler houdt op zijn beurt dan rekening met de wensen van de afnemers. Op de Uitwisselingsdag wordt het als volgt verwoord: “Het is belangrijk om te kijken waar je geldstroom heengaat, waar komt je geld terecht? Als je in de Albert Heyn groente koopt, komt er maar weinig geld bij de boer terecht. Bij de natuurvoedingswinkel is dat al wat meer. Alleen bij de VersVOKO krijgt hij een eerlijke prijs”.

Alle VersVOKO's hebben vergelijkbare problemen, varierend van 'hoe kom je aan een gratis ruimte', 'wat doen we met het fruit in de winter' en 'hoe kom je aan telers' tot 'hoe zit het nou met de belasting en de warenwet'. In tegenstelling tot de VOKO's uit de donkere jaren tachtig, die de publiciteit schuwden, zoeken de VersVOKO's van nu naar onderlinge samenwerking en transparantie. Er is behoefte aan duidelijke definities ('wat is een VersVOKO precies?') en afbakening ('van hoever mogen de producten nog komen?'). Ook wordt duidelijk dat eerst het juridische gedeelte moet worden uitgezocht vóórdat er bijvoorbeeld een website kan komen waarop alle VOKO's en VersVOKO's van Nederland staan. Maar de basis van de onderlinge samenwerking is vanmiddag gelegd, er zijn emailadressen, ideëen en adviezen uitgewisseld. De meningen over de middag lopen uiteen van “een supermiddag”, “inspirerend” tot “goed om te horen waar andere mensen mee bezig zijn”.

De VersVOKO's van nu staan midden in de maatschappij en worden opgezet door mensen uit haast alle lagen van de bevolking, van twintigers tot en met vijftigers. De tijd van de obscure VOKO's in de (anarchistische) marge van de maatschappij lijkt definitief voorbij. De olie mag in de toekomst dan schaarser worden, met de opkomst van lokale producten zal ons voedsel meer smaak krijgen. Deze conclusie op de Uitwisselingsdag van de VersVOKO's in Groningen, de hoofdstad van de Smaak, is een waardige afsluiting van de Week van de Smaak!

Groningen, oktober 2011

Renneke Bakker voor de Keerant, het blad van de LETSorganisatie de Keerkring Groningen

Zie ook:
1. Hoe het eind van de geschiedenis het begin van de VOKO Groningen werd
2. “Leef nu zoals je later wilt leven”- Over de VersVOKO Groningen

Leef nu zoals je later wilt leven (VOKO deel 2)

2. “Leef nu zoals je later wilt leven”- Over de VersVOKO Groningen

Een VersVOKO is een groep consumenten die gezamenlijk verse producten inkoopt bij een boer of producent in de buurt. De VersVOKO in Groningen bestaat sinds afgelopen zomer en is opgezet door oud-Keerkringlid Jasmijn Berg en Meike Vierstra. Begin dit jaar kwamen Meike en Jasmijn elkaar tegen in de 'gewone' VOKO aan de Grote Leliestraat. Jasmijn wilde wel iets meer doen in de lijn van Transition Town (TT), de beweging die anticipeert op mogelijke olietekorten in de toekomst door zoveel mogelijk zelfvoorzienend en zonder olie te leven. Meike, die bij de organisatie A SEED werkt, had meteen een idee. “Laten we met mijn bakfiets ergens in de buurt biologische groenten gaan kopen voor de VOKO” stelde ze voor. Meike was door haar werk op de hoogte van de initiatieven in diverse plaatsen in Nederland om VersVOKO's op te richten, in navolging van de Vlaamse Voedselteams. Zo ontstond de VersVOKO van Groningen.

De organisatie achter de VersVOKO's in Nederland en de VoedselTeams in Vlaanderen is A SEED. A SEED is een internationale organisatie die de activiteiten van jongerenorganisaties op het gebied van milieu en sociale gerechtigheid coördineert. Als al die organisaties bijelkaar de voedingsbodem zijn, dan is A SEED het zaadje waaruit een plant is gegroeid die met zijn wortelstelsel alles bijelkaar houdt en met elkaar verbindt, en die de problemen op het gebied van milieu en maatschappij structureel wil aanpakken. A SEED staat voor (in het Nederlands): Actie voor Solidariteit, Gelijkheid, Milieu en Diversiteit. De organisatie werd in 1991 opgericht door jongeren, in reactie op de milieutop van de VN in Rio de Janeiro. A SEED voert aan de ene kant campagnes tegen multinationals en hun macht en invloed. Aan de andere kant worden duurzame alternatieven gepromoot. De Europese afdeling van A SEED zit in Amsterdam, er werken acht mensen. Op dit moment is A SEED vooral gefocust op de wereldwijde voedselproblematiek, zoals bijvoorbeeld genetische manipulatie, (soja)monoculturen, vleesconsumptie en de machtsconcentraties van multinationals. De VersVOKO is een klein, lokaal initiatief dat de macht van de supermarkten, dus van de multinationals, doorbreekt. Met elke VersVOKO wordt de consumptie van lokale verse producten vergroot en de sociale landbouw gestimuleerd. Op de website van A SEED staat alle informatie die je nodig hebt om zelf, in je eigen buurt, een VersVOKO te beginnen.

Deze zomer ging de VersVOKO Groningen van start met het leveren van groente en fruit. In de toekomst is het mogelijk dat er ook brood, eieren, honing of non-foodprodukten bij komen. De enige twee criteria voor de VersVOKO zijn dat alles lokaal en duurzaam geproduceerd moet zijn, met het accent op lokaal. Jasmijn en Meike zijn zelf veganist, maar staan open voor niet-veganistische initiatieven: “De leden bepalen wat het aanbod van de VersVOKO is”.

Meike en Jasmijn hadden ook een moestuin kunnen beginnen. Maar volgens Jasmijn is de drempel om zelf een moestuin te beginnen veel hoger dan om groenten uit de buurt te regelen. “Je moet een tuin hebben, je moet er tijd insteken en je moet ook wel een beetje van tuinieren houden. Die boeren, die zijn er tóch al en die hebben mensen nodig die het afnemen. En zij kúnnen het ook”. De VersVOKO Groningen is min of meer vanuit de gewone VOKO ontstaan, en niet vanuit een TT-afdeling, zoals in sommige andere plaatsen in Nederland gebeurt. Al zijn in Groningen wel veel TT-leden lid van de VersVOKO en is de VersVOKO Groningen op die manier, informeel, een onderdeel van de TT-afdeling Groningen.

In vergelijking met de biologische groente- en fruitpakketten van de natuurvoedingswinkel heeft de VersVOKO een aantal voordelen. De leden van de VersVOKO kunnen tot zondagavond hun bestelling doormailen. Ze kunnen dus zelf kiezen wat ze willen hebben en hoeveel. Twee dagen later staat hun bestelling klaar in Beijum of in de VOKO aan de Grote Leliestraat. De leden zijn ook niet verplicht om elke week af te nemen, wat handig is als je bijvoorbeeld met vakantie gaat. Bovendien zijn de producten van de VersVOKO goedkoper en vaak veel verser. Je weet van de groente en het fruit van de VersVOKO dat het uit de buurt komt en dat er geen verpakkingsmateriaal en weinig transport aan te pas is gekomen.

Wie in Nederland in de supermarktvoedingsketen wil werken, moet zich specialiseren in een klein onderdeel van de keten en daar eerst de nodige opleidingen voor doen. Je leert dan alles over bijvoorbeeld voedsel vervoeren, bewerken, verpakken, bewaren, verkopen of keuren. Voor elk onderdeel moet je eerst heel veel kennis en ervaring opdoen. Elk onderdeel van de keten verdient aan het voedsel, zodat de boer maar heel weinig geld krijgt en de consument een hoge prijs betaalt. Meike en Jasmijn zijn “gewoon maar ergens begonnen”. “Vanuit idealisme” zegt Jasmijn, “ik denk dat we daar ook heel ver mee kunnen komen”. Al zorgde de website van A SEED natuurlijk wel voor de nodige basiskennis. Jasmijn kende van de veganistische potlucks in Beijum boer Bosma uit Zuidwolde. Een keer per maand brengt boer Bosma groente naar de potluck. Jasmijn: “Het is een beetje een zwijgzame man, echt een Groninger. Maar hij zei direct: “Dat is goed”. En hij bood aan om het te komen brengen”. Later kwam de Keukentuin uit Zuidbroek er ook nog bij. Het was alleen wel een tegenvaller dat de bakfiets van Meike veel te klein was en de fietsafstanden te groot. Nu wordt alles met de auto gehaald of gebracht.

Het belangrijkste criterium voor de produkten van de VersVOKO is de regio. Boer Bosma zit bijvoorbeeld wel in Zuidwolde, dus dicht bij de stad, maar hij heeft geen officieel EKO-keurmerk. “Als de boer zegt dat het verantwoord is, dan gaan wij er van uit dat dat zo is” zegt Jasmijn. Het EKO-keurmerk is bij de VersVOKO vervangen door vertrouwen. Het gaat om de vertrouwensband tussen consument en producent, om beter contact 'tussen buur en boer'. Bovendien gaat het om 'eerlijke' handel: Er is geen tussenhandel, de boer krijgt een 'eerlijke' prijs. De Keukentuin in Zuidbroek heeft wel een officieel EKO-keurmerk. Alleen moet voor dat keurmerk betaald worden, door de teler én door de consument. Dus door een EKO-keurmerk wordt de prijs hoger en verdient een boer minder. Voor de veganisten Jasmijn en Meike speelt dan ook nog mee dat ze liever niet kopen van een bedrijf met ook veeteelt: “We willen liever een boer die geen dieren heeft. Want anders zouden we indirect meewerken aan de vee-industrie”. Maar het belangrijkste is dat alles lokaal geproduceerd moet zijn, op een afstand van hooguit een half uurtje met de auto van de stad Groningen.

Naast telers moesten er ook afnemers gevonden worden. Jasmijn begon leden te werven op de veganistische potlucks in Beijum. Er kwam een website en een Facebookpagina. Een journaliste van het Dagblad van het Noorden ontdekte op die manier de VersVOKO en schreef er een artikel over*. Een dag later begon het Noorderzonfestival en mocht Jasmijn in het TT-kraampje reclame maken voor de VersVOKO – in een wortelpak: “Ze dachten dat ik een kabouter was!”. Dat leverde meteen meer dan zeventig (!) nieuwe leden op. Ook wordt er ondertussen druk geflyerd en worden overal postertjes opgehangen. Via mond-tot-mondreclame, de gewone VOKO, de sociale netwerken en internet druppelen steeds meer leden binnen. Op papier zijn er nu rond de honderd leden waarvan er per week ongeveer vijftien mensen iets bestellen. De VersVOKO-leden vormen een diverse groep. “Ze zijn idealistisch, bewust en over het algemeen redelijk hoog opgeleid” zegt Jasmijn. Volgens haar zijn haast alle leeftijdsgroepen wel vertegenwoordigd, al zijn er voor haar gevoel toch iets meer vrouwen en dertigers.

Maar hoe gaat het straks met het fruitaanbod? In de winter groeit in Nederland immers geen fruit. De Nederlandse appels die dan in de supermarkt liggen, komen uit grote koelsystemen die de appels vers houden. Verder ligt in de supermarkt fruit uit warme landen dat vaak ook nog eens wordt ingevlogen. Kiest de VersVOKO dan voor opgeslagen en gekoeld Nederlands fruit van buiten de regio? Of moeten de VersVOKO-leden dan toch naar de (super)markt voor hun fruit? Of moeten ze misschien gewoon maar heel duurzaam overschakelen op gedroogd en ingemaakt fruit en jam? Jasmijn en Meike weten dat nog niet. Al benadrukt Jasmijn dat het niet de bedoeling is dat de leden via de leveranciers van de VersVOKO producten gaan kopen van buiten de regio: “Nee, dat is niet de bedoeling. Het gaat bij de VersVOKO echt om lokale producten. Wij gaan geen fruit naar Groningen vervoeren dat elders is ingekocht. Dan moeten mensen zelf maar naar de markt gaan. Daar zijn wij niet voor”.

Net als bij de 'gewone' VOKO in Groningen berekent de VersVOKO tien procent marge. Dat is de zogenaamde 'solidariteitsmarge' die bedoeld is om de organisatie draaiende te houden. Wat overblijft nadat alle kosten zijn betaald, gaat naar een goed doel. Ondanks deze marge zijn de prijzen dan nog steeds veel lager dan die van de natuurvoedingswinkels, die een marge van boven de dertig procent berekenen. De VersVOKO kan met die tien procent nu alleen nog maar net de benzinekosten van de chauffeurs vergoeden. Daarom is het belangrijk dat er meer mensen lid worden van de VersVOKO en dat die leden elke week bestellen. De eerste opstartkosten van de VersVOKO zijn voor een heel klein deel betaald door A SEED. De rest hebben Jasmijn en Meike allemaal uit eigen zak betaald.

De belangrijkste motivatie voor Jasmijn om dit allemaal te doen is haar wens om af te kicken van de aardolie: “Alles waarmee je in aanraking komt in deze maatschappij wordt gemaakt van of met behulp van olie. Ons motto is: Leef nu zoals je later wilt leven”. Maar veel onderdelen van de VersVOKO draaien nu ook nog op olie: de communicatie, de bestellingen en het betalen via internet, het vervoeren van de producten met de auto. De organisatie van de VersVOKO neemt bovendien erg veel tijd in beslag. De enige oplossing is dat meer mensen hun schouders eronder zetten en dat alles nog lokaler en kleinschaliger wordt; dat er in een cirkel rond de stad en in de stad zelf weer kleine boeren, telers en tuinders komen zoals die er vijftig jaar geleden ook waren. Dankzij de VersVOKO zijn er op dit moment meer mensen in de stad die voedsel uit de buurt eten in plaats van voedsel uit de supermarkt. “Ik geloof echt in dit proces” zegt Jasmijn. Dit is de kiemkracht waar A SEED voor staat: het geloof dat we met z'n allen iets moois van deze wereld kunnen maken. De VersVOKO's zijn als kleine muisjes die steentjes gooien naar de olifant in de hoop dat die een andere kant op loopt. Hoe meer VersVOKO's er zijn, hoe meer steentjes er worden gegooid en hoe groter de kans is dat supermarktketens rekening gaan houden met de boeren, de consumenten en de planeet. David won uiteindelijk ook van Goliath.

* Dagblad van het Noorden, 17 augustus 2011

-0-0-0-0-0-0-0-0-0-0-0-0-0-0-0-0-0-0-0-0-0-0-0-0-0-

Meer informatie over de VersVOKO:

* Versvoko.nl (algemeen) en www.facebook.com/versvokogroningen (Facebookpagina van de VersVOKO van Groningen)
* www.aseed.net: doorklikken naar VersVOKO's
* artikel in het Dagblad van het Noorden (met een mooie foto van Jasmijn): www.dekrantvantoen.nl/vw/article.do?id=DVHN-20110817-GN01028002&vw=org&lm=versvoko%2CDVHN

Groningen, oktober 2011

Renneke Bakker voor de Keerant, het blad van de LETSorganisatie de Keerkring Groningen

Zie ook:
1. Hoe het eind van de geschiedenis het begin van de VOKO Groningen werd
3. Uitwisselingsdag VersVOKO'S zaterdag 8 oktober 2011

Voedsel Kollektief Groningen

1. Hoe het eind van de geschiedenis het begin van de VOKO Groningen werd

In 1989 publiceerde de Amerikaanse, conservatieve filosoof Fukuyama zijn essay 'The end of history?' waarin hij beweerde dat het einde van de Koude Oorlog het einde van de vooruitgang van de menselijke geschiedenis betekende. Als het staatscommunisme in Oost-Europa verdween, had het liberalisme definitief gewonnen. In Groningen hield in diezelfde tijd een groep van ongeveer twintig krakers, anarchisten, milieuactivisten en woongroepen zich bezig met het oprichten van een Voedsel Kollektief, een zogenaamde VOKO - verschillende steden in Nederland hadden er inmiddels één. In Groningen waren ze al ruim een jaar alleen maar aan het discussiëren. De discussies gingen vooral over wat er met het geld bij de VOKO moest gebeuren dat overbleef. Geart Bosma, één van de oprichters van destijds, herinnert zich de discussies tussen 'de Realo's' en 'de Fundi's' nog goed. En toen viel de Berlijnse Muur. Direct daarna was de VOKO in Groningen een feit. Want door de oprichting van een socialistische VOKO kreeg Fukuyama geen gelijk.

Een van de oprichters van de VOKO Groningen was Allard ten Dam. Hij was in die tijd ook bezig met het opzetten van een eigen bedrijf, een collectief. Dat werd de biologische groothandel De Nieuwe Band in Marum. Op dit moment is hij één van de directeuren van De Nieuwe Band en levert hij aan VOKO's, natuurvoedingswinkels en restaurants, waaronder de VOKO in Groningen. Achttien VOKO's in Nederland en België kopen bij hem hun droogwaren in. De Nieuwe Band was in eerste instantie een collectief waarin iedereen hetzelfde loon kreeg, ongeacht zijn of haar werkzaamheden. Maar in de loop van de tijd zijn de lonen aangepast aan de CAO.

Een tijdje voor de oprichting van de VOKO Groningen hadden krakers de oude, verwaarloosde huisjes aan de Turfstraat gekraakt, het rijtje huizen dat aan de Prinsentuin grenst. Prompt besloot de gemeente dat de krakers uit de huisjes moesten omdat ze zouden worden opgeknapt en voor bejaarden waren bestemd. In ruil daarvoor kregen de krakers een grote, leegstaande school in de Grote Leliestraat. In die school kwamen drie woongroepen. Allard ten Dam was een van die woongroepleden. Hij stelde de schuur van het gebouw ter beschikking aan de nieuwopgerichte VOKO. En daar zit de VOKO Groningen nu nog steeds. Het hek van het voormalige schoolplein is door de week altijd dicht, maar als de VOKO open is, gaat het hek los en hangt er een bordje van de VOKO aan.

In de periode vóór de oprichting van de VOKO werkten Allard en Geart allebei in een natuurvoedingswinkel. Ze zagen van dichtbij hoe ook in de natuurvoedingswinkel de milieucontext van de producten naar de achtergrond verdween. Er werden meer en meer niet-biologische producten verkocht, het beleid ging steeds meer de reformkant op, vooral gericht op de eigen gezondheid. In de gewone supermarkten gingen klanten zich als consumenten gedragen. Ze kochten producten zonder dat ze geïnteresseerd waren in de herkomst van een product; producten van de andere kant van de wereld, zo vers en zo goedkoop mogelijk, zonder dat ze wilden weten wie daarvoor had gebloed. Ze wilden vooral VEEL en MEER. “Strijders tegen sociaal onrecht kochten gewoon D.E.-koffie” weet Geart nog.

Ook de natuurvoedingswinkels werden steeds commerciëler, het aanbod bepaalde de vraag. Dit was de belangrijkste reden om in Groningen een VOKO te beginnen. Geart: “Pas als je dingen zelf in de hand neemt, wordt je vaak veel betrokkener”. De VOKO is heel bewust niet opgericht als concurrent van de natuurvoedingswinkels. De leden werkten en werken zelf vaak in natuurvoedingswinkels, al dan niet vrijwillig. Door de beperkte openingstijden en het beperkte aanbod van de VOKO gingen er juist nieuwe mensen naar de natuurvoedingswinkel. Een leuke bijkomstigheid is dat mensen met weinig geld door de VOKO toch biologisch kunnen eten. En dat mensen uit verschillende geledingen van de maatschappij elkaar bij de VOKO tegen komen.

In het begin had de VOKO Groningen zo'n twintig, vijfentwintig adressen van leden. Daaronder zaten ook woongroepen en alternatieve eethuisjes, dus er waren veel meer leden dan adressen. Op zijn hoogtepunt had de VOKO rond de vijftig adressen. Op dit moment zijn het er twintig en dat zijn er eigenlijk te weinig. Dat komt vooral omdat krakersrestaurant Salmonella niet meer bestaat. Salmonella werd opgericht door de krakers in het Wolters Noordhofcomplex, het was ook een collectief en draaide op vrijwilligers. Voor de VOKO was Salmonella een grote afnemer. Toen Salmonella een jaar of vijf geleden werd opgeheven was dat voor de VOKO een kleine ramp. Sinds die tijd zijn er vaak te weinig bestellingen om ze één keer per week te laten bezorgen. Het feit dat vrijwilligerswerk uit de mode raakte speelt ook een rol, want de VOKO vraagt van haar leden een actieve betrokkenheid.

De deelnemers van de VOKO Groningen betalen elke maand een kleine bijdrage, variërend van 1,50 euro voor minima tot 4,50 euro voor boven-modaal, voor de vaste lasten: de huur, de elektriciteit en de onkosten van wat er bederft. Daarnaast is er een zogenaamde solidariteitsheffing waarmee goede doelen worden gesteund. De belangrijkste criteria voor een goed doel zijn dat het goede doel anders moeilijk aan geld kan komen (het geld mag dus niet op de grote bulk gaan) en het moet betekenisvol zijn. Hierover wordt in de vergadering gestemd, en als dan drie leden vóór zijn, wordt de subsidie toegekend, ook al is soms de meerderheid tegen. Verder wordt van de leden verwacht dat ze actief betrokken zijn. Dat houdt in dat ze kunnen kiezen uit verschillende werkzaamheden, variërend van in de VOKO staan tot de administratie doen. Ook het bijwonen van vergaderingen geldt als actieve betrokkenheid. Leden die alleen komen omdat het goedkoper is zijn niet welkom!

Al het werk in de VOKO wordt door de leden zelf gedaan, in sub- en taakgroepjes. De beslissingen worden op de vergadering genomen, 'de vergadering beslist'. Er is afgesproken dat een vergadering vanaf vier leden beslissingen mag nemen. Er zijn nog altijd veel discussies op de vergaderingen. Bijvoorbeeld over wat er wel en wat er niet moet worden ingekocht. De VOKO Groningen heeft besloten om zo lokaal mogelijke biologische en vegetarische waren aan te bieden (dus geen vlees). De producten die van de andere kant van de wereld komen worden niet ingekocht, ook al zijn ze biologisch. Een uitzondering daarop vormen cultuurbepaalde etenswaren als koffie, rijst, sinaasappels of cacao. Ook wordt gekozen voor producten met zo weinig mogelijk en alleen milieuvriendelijke verpakking. Binnen deze marges bepalen de leden het aanbod. Mensen die iets speciaals willen hebben kunnen dat bestellen, maar dan moeten ze wel de hele partij afnemen. De vraag bepaalt het aanbod in plaats van andersom, zoals in de supermarkt en de natuurvoedingswinkel. Alleen de inkoop van groente en fruit is tijdelijk gestopt omdat er momenteel te weinig leden zijn. De activiteiten van de nieuwe VersVOKO, die zich alleen met lokale verse producten bezighoudt, horen eigenlijk bij de VOKO. Alleen wordt de VersVOKO door A SEED georganiseerd, een internationale overkoepelende organisatie, waarmee de VOKO Groningen samenwerkt.

Een goed voorbeeld van het inkoopbeleid van de VOKO is de appelstroop van Crombach. Appeltelers konden van de Europese regering twintig gulden per omgehakte hoogstamboom subsidie krijgen omdat het bij hoogstambomen veel lastiger is om de appels te plukken (het plukken kost meer tijd dus meer kosten dus minder opbrengst). Maar door het omhakken van de bomen verdwenen er vooral bomen van oude appelrassen. Appelstroop-fabrikant Crombach koos toen speciaal voor de appelstroop alleen appels van hoogstambomen. De VOKO Groningen besloot vervolgens om de fabrikant te steunen, en kocht juist deze appelstroop in.

De inkopen van de VOKO worden voornamelijk gedaan bij De Nieuwe Band in Marum die de bestellingen brengt. Als er te weinig bestellingen zijn wordt het een week overgeslagen. Zuivel wordt ingekocht bij de Zaaister (in de VOKO staat een kleine koelkast). Groente en fruit werden bij de biologische kraam van de markt gehaald, maar dat is even gestopt omdat er te weinig afname is. De Terp levert het brood als dat besteld is. De herkomst van en de informatie over deze producten is volledig transparant. Met name de productinformatie van De Nieuwe Band neemt de VOKO veel werk uit handen. Af en toe doet de VOKO zelf nog navraag naar de achtergrond van een product. Toen één lid van de VOKO enthousiast aan het 'dumpster diven' sloeg en de gevonden etenswaren uit containers van supermarkten en afvalbakken naar de VOKO bracht, lagen er ineens niet-biologische producten van dubieuze origine naast de verantwoorde producten van de VOKO. De vergadering besliste toen dat de dumpster diving-producten niet meer in de VOKO mochten liggen, ook al konden de leden ze gratis meenemen.

De VOKO in Groningen is bij insiders vooral bekend om de 'kadootjeseconomie'. Een van de onderdelen daarvan was de volkstuin in het Stadspark. De VOKO betaalde alle kosten van de tuin en de leden die in de tuin werkten mochten oogsten naar eigen behoefte. Wat overbleef werd in de VOKO gratis aangeboden. Het resultaat was dat er geen overschotten waren en dat alles eerlijk werd verdeeld. Hetzelfde gedrag zie je nu in de weggeefwinkels: Mensen gunnen iemand anders het product vaak ook, en als ze er uiteindelijk toch zelf mee naar huis gaan zijn ze er dubbel zo blij mee omdat het hun gegund is. Het is het andere uiterste van de graaicultuur. De volkstuin bestaat inmiddels niet meer, op de plek is nu een busbaan aangelegd. Korte tijd is er nog een VOKO-tuin in Beijum geweest, maar dat was voor veel leden te ver weg.

Een ander onderdeel van de kadootjeseconomie is de regel dat leden spullen in de VOKO mogen leggen waarvan de klanten zelf de prijs mogen bepalen - het geld komt dan bij de VOKO terecht – en ze mogen het ook gratis meenemen. Buiten-vokoose activiteiten zijn er in Groningen eigenlijk niet geweest. In tegenstelling tot veel andere steden in Nederland is hier nooit een VOKO-eethuisje geweest. Dat hoefde ook niet want er waren genoeg eethuisjes in kraakpanden en die kochten bij de VOKO in. Alleen toen de VOKO tien jaar bestond is er een feest georganiseerd. Er zijn soms wel uitstapjes naar producenten of culinaire paddestoelenexcursies.

Nieuwe leden worden gevonden door mond-tot-mondreclame. Want de VOKO zoekt heel bewust geen publiciteit. Dat heeft te maken met het feit dat VOKO's in het algemeen werden opgericht in een anarchistische setting. VOKO's zijn heel bewust geen rechtspersoon, dus geen stichting of vereniging. Daarmee staan de VOKO's eigenlijk buiten de maatschappij. Ze zijn ook niet gelieerd aan een politieke partij, want voor de meeste politieke partijen is voedsel geen politiek issue meer. De VOKO is nog het meest te vergelijken met een groep mensen die gezamenlijk inkoopt, met buren of woongroepleden die samen boodschappen doen. De leden van de VOKO in Groningen zijn nu woongroepen, mensen uit de Vrije School-hoek en veganisten; vooral veertigers en vijftigers die voor 'bewust' en 'duurzaam' kiezen.

Nu, in 2011, is de VOKO in het algemeen iets, dat zich in de marge van de maatschappij afspeelt. Maar weinig mensen weten wat een VOKO is, laat staan dat ze weten waar een VOKO bij hun in de buurt is. Op internet is hierover amper informatie te vinden. Bovendien is de VOKO voor de meeste mensen te hoogdrempelig: de anarchistische setting, vaak in een (anti)kraakpand, met mensen uit een hele andere maatschappelijke laag (vaak nog het krakersmilieu), de beperkte openingstijden en het feit dat een VOKO actieve deelname en betrokkenheid vraagt. De filosoof Fukuyama herriep op een gegeven moment zijn ideeën, want na de Koude Oorlog ging de 'vooruitgang' van de menselijke geschiedenis gewoon door. Al kun je je afvragen of je de ontwikkeling, dat alles alleen nog maar om geld lijkt te draaien, een 'vooruitgang' kunt noemen. Steeds meer mensen lijken zich af te keren van dit materialistische gedachtengoed en gaan weer op zoek naar hun idealen, naar de basis en naar elkaar. Samen voedsel inkopen ergens in de buurt, dat is de nieuwe trend. Het mooiste is dat voor deze trend de rails er al liggen: op naar de VOKO!

De openingstijden van de VOKO:

dinsdag: 17.30 – 18.30 uur
vrijdag : 16.00 – 18.00 uur


Meer informatie over VOKO's in het algemeen is te vinden op:
www.anarchie.be/voko/page.php?link=5

Groningen, oktober 2011

Renneke Bakker voor de Keerant, het blad van de LETSorganisatie de Keerkring Groningen

Zie ook:
2. “Leef nu zoals je later wilt leven”- Over de VersVOKO Groningen
3. Uitwisselingsdag VersVOKO'S zaterdag 8 oktober 2011

14 okt 2011

Vervuiling in de stad Groningen in kaart

De stad Groningen is de meest vervuilde van Nederland. Binnen de bebouwde kom zijn 28 locaties waar de grond zo ernstig verontreinigd is dat gevaar dreigt voor de volksgezondheid.

Zie ook de plattegrond met vervuilde locaties van de gemeente Groningen.

Humane Spoedlocaties Gemeente Groningen (StvZ 13-10-2011)

29 sep 2011

Nacht van de vleermuis


Nacht van de Vleermuis (26/27 augustus) in het Europese Jaar van de Vleermuis (2011)

Het is vrijdagavond 26 augustus, de twee-na-laatste dag van het Noorderzonfestival. Overdag zijn er een paar flinke plensbuien gevallen, maar 's avonds is het gelukkig droog. Want er staat een vleermuisexcursie in het Noorderplantsoen op het programma, en bij regen zouden er waarschijnlijk geen vleermuizen zijn. Regen verstoort het sonarsysteem van vleermuizen waardoor ze niet kunnen jagen. Tegen een uur of negen, als het al een beetje begint te schemeren, staan er mensen in weer-en-wind-bestendige kleding voor de Kleine Kiosk op het Noorderzonterrein, vlakbij de speelweide, tussen de mensen die bezig zijn aan een avondje Noorderzon. Het wordt een grote groep van meer dan twintig volwassenen en kinderen, met vijf leden van de Stichting Vleermuiswerkgroep Groningen. De Nacht van de Vleermuis is begonnen, in het Europese Jaar van de Vleermuis!

“Als je ze wilt zíen vliegen, kom dan om negen uur” had Klarissa Nienhuys van de werkgroep mij over de telefoon gezegd. Bij de excursie van tien uur zou het donker zijn, bij die van negen uur nog net níet. Daarom is de vroege excursie ook speciaal voor kinderen want kinderen willen vooral zien. De groep verdeelt zich over de werkgroepleden die allemaal een zogenaamde bat-detector bij zich hebben, een apparaatje dat de geluiden van de vleermuizen hoorbaar maakt. Ik sluit mij aan bij Kees die net als de andere werkgroepleden een achtergrond (opleiding en/of ervaring) in de biologie-ecologie heeft. Kees is al meer dan vijftien jaar lid van de werkgroep. Toch praat hij nog steeds enthousiast over vleermuizen. Dwars door het Noorderzonpubliek banjeren we over het gras een heuvel op. Al gauw horen we via de apparaatjes de vleermuizen vliegen en dan zien we ze ook.

Vleermuizen kunnen in het donker jagen omdat ze gebruik maken van een sonarsysteem, ook wel echolocatiesysteem genoemd. Ze zenden hoge geluiden uit en aan de hand van of het geluid wel of niet terugkaatst kunnen vleermuizen hun prooi exact lokaliseren. Deze ultrasone geluiden kunnen mensen niet horen doordat de frequentie hoger is dan die van het hoorbare geluid (boven de 15.000/20.000 Hz). In de folder van de Zoogdiervereniging staat: “Sommige nachtvlinders kunnen de geluidjes van vleermuizen ook goed horen en proberen te vluchten. Om ze toch te verrassen en op te eten vliegt de Grootoorvleermuis fluisterend rond. En om dan nog echo's te horen heb je hele grote oren nodig. Die van de Grootoorvleermuis zijn net zo lang als zijn lichaam!”

De vleermuizen in Nederland eten insecten. Ze jagen op plekken in de luwte waar veel insecten zijn, zoals houtwallen, parken, landgoederen en bij water. Overdag hangen vleermuizen ondersteboven te slapen op beschutte plekken, bijvoorbeeld in huizen, gebouwen of holle bomen. Eigenlijk zitten in Nederland overal wel vleermuizen, alleen zie je ze vaak niet. De verblijfplaats van vleermuizen kun je vinden door op de uitwerpselen te letten. Als het vliegt en het is geen vogel en het is avond, dan is het hoogstwaarschijnlijk een vleermuis. Ze komen over de hele wereld voor. Wereldwijd zijn er meer dan duizend soorten vleermuizen bekend, in Nederland een kleine twintig. Vleermuizen zijn de enige zoogdieren die kunnen vliegen.

De bat-detectors van de werkgroepleden zetten de hoge geluiden van de vleermuizen om naar lagere geluiden die wij kunnen horen. Wat je dan hoort, is een ratelend, klepperend geluid. Een vleermuizenkenner kan aan dat geluid horen om welke soort vleermuis het gaat. Kees vertelt dat hij wel eens ingespannen heeft staan luisteren naar een geluid dat hij niet kon thuisbrengen en dat achteraf van een voorbijgaande fiets bleek te komen. Vleermuizen zijn overigens niet de enige dieren die gebruik maken van een sonarsysteem. Ook bijvoorbeeld motten, krekels en ratten gebruiken ultrasone geluiden. Deze avond horen we de Dwergvleermuis – een hoog, fijn en zacht ratelend geluid - en de Laatvlieger die veel steviger klinkt. Kees legt uit dat de Laatvlieger in open ruimten jaagt en dat zijn geluid daarom veel zwaarder is. Want dat zware geluid draagt verder weg in de ruimte. De Dwergvleermuis ziet er uit als een klein vliegend papierpropje. De Laatvlieger is veel groter, veel massiever, net een dikbuikige peer.

Naast deze geluiden horen we ook een ander geluid. Het klinkt een beetje als 'prrrrt, prrrt'. Kees vertelt dat dat sociale geluiden zijn. Vleermuizen paren aan het eind van de zomer. Elk najaar zoekt het vleermuismannetje een boom uit in het Noorderplantsoen waarin hij gaat hangen om geluidjes te maken naar voorbijvliegende vrouwtjes (“Hee, lekker ding...!”). Vleermuizen paren in het najaar. Als de winter nadert en de buitentemperatuur daalt tot vijf à tien graden, dan vliegen de vleermuizen naar hun winterverblijf. Het vrouwtje draagt het sperma bij zich maar wordt pas in het voorjaar drachtig. Na de winterslaap moet het vrouwtje namelijk eerst weer wat vetreserves kweken. Pas daarna bevrucht ze zichzelf. De vrouwtjes van een gemeenschappelijke groep worden dus allemaal op vrijwel hetzelfde tijdstip drachtig. Ze verzamelen zich dan in een kraamkolonie. Een vleermuis krijgt maar één jong per jaar; het zijn dus geen vliegende muizen want die kunnen meerdere keren per jaar meerdere jongen krijgen. Het pasgeboren vleermuisjong wordt soms de eerste tijd meegedragen op de buik van de moeder. Later blijft het in de kraamkolonie als de moeder 's nachts op jacht is. Dankzij het feit dat alle vrouwtjes tegelijk drachtig worden, kunnen de jonkies elkaar ook een beetje warm houden in de kolonie. De moeder zoogt het jong dag en nacht. Als ze gaat jagen, komt ze in het begin eerst wel heel snel terug, soms al na een half uur.

Terwijl de kinderen opgewonden naar de overvliegende dieren wijzen en de werkgroepleden over de vleermuizen vertellen, is Klarissa ondertussen naar de voorste vijver gehold om te horen of daar ook Watervleermuizen aan het jagen zijn. In het Noorderplantsoen zitten zeker vijf soorten vleermuizen, waaronder de Watervleermuis. Alleen heeft het Noorderplantsoen meerdere vijvers en is het dus even zoeken of en waar de Watervleermuizen vanavond jagen. Uiteindelijk horen we in de middelste vijver bij de speelweide een Watervleermuis. Watervleermuizen vliegen ongeveer tien centimeter boven het wateroppervlak, in rondjes of in achtjes. Een Watervleermuis kan in één nacht wel duizend muggen vangen. De werkgroepleden hebben stevige zaklampen bij zich waarmee ze de Watervleermuis soms even in een zoeklicht kunnen vangen. Het is ondertussen aardig donker geworden. De Watervleermuis maakt een geluid dat klinkt als een snorrende naaimachine.

De vleermuis werd in 1973 een beschermde diersoort omdat toen bleek dat het aantal vleermuizen sterk afnam. De grootste bedreigingen voor de vleermuis in Nederland zijn de restauratie en isolatie van gebouwen, het gebruik van bestrijdings- en houtconserveringsmiddelen, het rooien van holle bomen, het verdwijnen van jachtgebieden en verstoring van de winterslaap. Dankzij het werk van de Stichting Vleermuiswerkgroep Groningen is er nu veel meer bekend over de vleermuizen in Groningen en kunnen de dieren daardoor ook beter worden beschermd. Elke provincie in Nederland heeft een eigen vleermuiswerkgroep. De vleermuiswerkgroep in Groningen is ontstaan uit de Zoogdiervereniging. De werkgroep verzamelt informatie voor de provinciale vleermuisatlas, een project waarbij in de hele provincie de verschillende vleermuissoorten en de plaatsen waar ze voorkomen in kaart worden gebracht. Daarnaast geeft de werkgroep voorlichting en adviezen aan overheden, instanties en mensen die geïnteresseerd zijn. Iedereen die positief of negatief met vleermuizen te maken heeft, kan bij de werkgroep terecht. Alleen voor zieke en gewonde vleermuizen moet je de dierenambulance bellen.

Na de excursie valt de groep uit elkaar. We lopen over de donkere paden van het Noorderplantsoen in de richting van het Noorderzongedruis. Sommige mensen blijven nog gefascineerd naar het donkere wateroppervlak kijken in de hoop dat ze de Watervleermuis nog een keer kunnen zien, de werkgroepleden antwoorden geduldig op alle vragen. Niet veel later staan we wat onwennig weer in het licht, op het Noorderzonfestival. Wat vooral blijft hangen is het feit dat mens en dier in het Noorderplantsoen zo harmonieus met elkaar samenleven. Ook al is er een Noorderzonfestival aan de gang, de vleermuizen vliegen er niet minder om!

bron: Renneke Bakker voor de Keerkring Groningen

-0-0-0-0-0-0-

Meer informatie over vleermuizen op: www.vleermuis.net.

In de folder van de zoogdiervereniging ('Vleermuizen Ook in uw tuin') staan tips over wat je zelf kunt doen voor vleermuizen. Zo zijn er adviezen om je tuin vleermuisvriendelijk te maken, om in de zomer je kat een uur voor zonsondergang voor een uurtje binnen te halen of om zelf een vleermuiskast te bouwen.

Informatie over de Stichting Vleermuiswerkgroep Groningen: Klarissa Nienhuys, klnienhuys@zonnet.nl

Je kunt het werk van de Stichting Vleermuiswerkgroep Groningen ook financieel steunen met een gift op rekening 54.83.98.607 te Nijeholtwolde. Of door de werkgroep te vragen om een lezing te komen houden of een excursie te organiseren.

1 jun 2011

Wat te doen met ongebruikt bouw- en industrieterrein rondom Groningen?

Na het echec van de Blauwe Stad en de “ecologische wijk Meerstad” wil het niet zo vlotten bij het industrieterrein van de Westpoort. Het lijkt er op dat de Stad Groningen boerenland heeft omgezet tot industrieterrein louter en alleen om Europees geld te kunnen innen. Nu er geen belangstelling is bij het bedrijfsleven denkt men erover om het land weer te verhuren aan boeren.
Op zich is geen bezwaar om boerenland om te zetten naar industriegebied, want veel boeren houden hun koeien toch maar 365 dagen op stal en zaaien buiten eiwitrijk gras dat ook nog eens ganzenoverlast oplevert.
Maar wat is dan een goede bestemming voor het braakliggende, oftewel ongebruikte industrieterrein zo her en der in de omgeving van de stad Groningen?

Ellis van Wees van de Nieuwe Oogst.nu:

Stad Groningen zoekt boer voor Westpoort

De stad Groningen overweegt om boeren te benaderen voor het bedrijventerrein Westpoort ten westen van Hoogkerk.
Volgens stadsecoloog Wout Veldstra zou de braakliggende vlakte van naar schatting 70 hectare heel geschikt zijn voor akkerbouw.
De stadsecoloog zegt binnenkort een gesprek te hebben met de dienst Vastgoed van de gemeente Groningen om tot concretere plannen te komen. 'Het is zonde om niets te doen met het terrein. In 3 jaar heeft zich er nog maar een bedrijf gevestigd op 4 hectare grond: Logistiek Centrum Westpoort.'
Er heeft zich tot nog toe voor de resterende 23 hectare geen enkel bedrijf gemeld. Begin dit jaar echter heeft de gemeente om de Europese subsidie veilig te stellen nog eens 25 hectare bouwrijp gemaakt.
De stadsecoloog kwam op het idee om boeren voor het terrein te benaderen door een initiatiefvoorstel van het CDA. Die wil op de vrije grond in Westpoort nectarrijke bloemen in zaaien om de bijensterfte tegen te gaan. 'Ik vind het een sympathiek idee. Maar in het kader van stadslandbouw denk ik dat het een beter idee is er koolzaad of zonnebloemen te verbouwen.'

29 apr 2011

Slap advies over het Groninger Forum door commissie Terlouw

De Gezinsbode meldde 28 april 2011 over het advies, dat de commissie onder leiding van Jan Terlouw gaf, het onderstaande.
Daarin vet gemaakt de tekst, waarin de commissie haar overvloedige slagen om de arm houdt.


Het Groninger Forum kan het cultureel aanbod van de stad versterken en daarmee een forse impuls geven aan de stedelijke economie. Dat zei voorzitter Jan Terlouw van de gelijknamige adviescommissie vanmiddag tijdens de perspresentatie van een advies aan de Gemeente en Provincie.
Terlouw overhandigde het rapport aan Gedeputeerde Wilma Mansveld en Wethouder Ton Schroor. Hij noemde het Forum daarbij “goed voor de stad als het Forumplan goed wordt ontwikkeld.” Tegelijkertijd uitte Terlouw kritiek op hetgeen de afgelopen tijd rond het Forum is gebeurd: “De voorbereiding laat te wensen over, de invulling moet flitsender en de communicatie beter.”

Tweede trekker
Terlouw kan niet aangeven wat de economische meerwaarde van het Forum wordt: “Maar stilstand is achteruitgang en de stad heeft naast het Groninger Museum een tweede trekker nodig. Cultuur trekt bezoekers en is goed voor de werkgelegenheid. Hoeveel? Dat is moeilijk te kwantificeren omdat dat afhangt van investeringsbeslissingen van bedrijven rond het Forum. Wij hoorden van veel ondernemers dat ze in elk geval niet zouden investeren als het Forum er niet komt.”

Realistisch
De commissie zet kanttekeningen bij de exploitatiebegroting van het Forum, maar beschouwt die op hoofdlijnen als ‘realistisch'. De komende tijd zou de Gemeente, als regisseur van het Forum, geld moeten steken in verdere conceptontwikkeling, adviseert de commissie-Terlouw. Daarbij dienen zowel inwoners als bedrijven en instellingen te worden betrokken, net als bij de keuze voor de architectuur van het Forum is gebeurd. Voorts dienen zowel het gebouw als de programmering te worden gevisualiseerd, zodat geïnteresseerden alvast een virtueel kijkje in het Forum kunnen nemen.

Tot zover de Gezinsbode. Het lijkt er niet op dat Terlouw c.s. werkelijk enthousiast zijn over de plannen rond het Forum.

19 apr 2011

Fish4Future: niet in de haak

PvdDieren wil helderheid banden gemeente en Fish4Future

Persbericht PvdD - Groningen, 19 april 2011 – De Partij voor de Dieren wil opheldering van het college over de banden met Fish4Future, een project waarbij “sportvissen” zou worden ingezet voor het welzijn van jongeren. Fractievoorzitter Gerjan Kelder is van mening dat een activiteit die van zo weinig respect voor dieren getuigt, jongeren niet zal helpen zich in een positieve richting te ontwikkelen. Daarnaast wil hij opheldering rondom de plannen van Fish4Future een vis- en beleefcentrum en een extensieve viskwekerij te ontwikkelen op het nu braakliggende terrein van de voormalige Suikerunie.

Kelder heeft een brief gestuurd aan de betrokken instellingen met daarin het verzoek af te zien van deelname aan het project Fish4Future om redenen van dierenwelzijn. Hij noemt de keuze van hengelen als vorm van therapie een twijfelachtige, zeker omdat het hier om kwetsbare jongeren gaat, die in sommige gevallen een gedragsstoornis hebben waarbij agressie jegens mensen en dieren een vaak voorkomend kenmerk is. Kelder: “Dan lijkt een activiteit waarbij dieren via een haak door hun lip uit het water worden gehaald, ons niet de meest aangewezen methode, noch uit oogpunt van de vissen, noch uit dat van de jongeren.”

Ook zijn vragen gesteld over de betrokkenheid van Fish4Future bij de invulling van het braakliggende terrein van de Suikerunie. De Partij voor de Dieren is van mening dat een “sport”, die niet alleen bij vissen, maar ook onder vogels tot slachtoffers leidt en die daarnaast kan leiden tot ernstige aantasting van natuur en milieu, niet thuishoort in een gebied dat is aangewezen om als natuurgebied te worden ingericht.

De Partij voor de Dieren, die onlangs bij de behandeling van de Nota Dierenwelzijn in de gemeenteraad van 30 maart jl. nog pleitte voor een totaalverbod op de “hengelsport” in de gemeente Groningen, wil verder weten hoe het college denkt over de combinatie van jongeren en hengelen. Wethouder Visscher stelde toen geen voorstander te zijn van viswedstrijden voor kinderen, maar volgens Kelder stimuleert zij het vissen onder kinderen wel door vergunningen af te geven voor de deelnemers aan het project Fish4Future, waaronder de Erasmusschool, Stichting Het Poortje Jeugdinrichtingen en Stichting MJD-Groningen. Kelder wil ook weten hoeveel de door de gemeente gesubsidieerde MJD-Groningen kwijt is aan deelname aan dit project.

8 apr 2011

Vissen is een gestoorde vorm van therapie

Sake Boele van Fish4Future uit Groningen heeft uit Engeland een “vistherapie” overgenomen. De therapie is bedoeld voor jongeren die kampen met gedragsstoornissen. Tijdens het vissen, vijf meter uit elkaar gezeten, zou er veel tijd zijn voor diepe gesprekken. Ook kinderen met ADHD zouden bij het vissen rust vinden en met de natuur in contact komen.
Het probleem is dat met dit project vissenleed wordt gegenereerd. Zou het opruimen van afval langs de wegen of iets soortgelijks niet veel zinniger zijn? De jongeren kunnen dan zij aan zij een goed gesprek voeren met elkaar of een begeleider en het milieu en de natuur profiteert er ook nog eens van. Handjes laten wapperen in plaats van op de krent zitten helpt veel meer tegen mensen met gedragsstoornissen en werkt ook nog eens genezend.

31 mrt 2011

Van wethouder dierenwelzijn Janny Visscher mogen mensen plezier hebben van vissen pijn doen

Woensdag 30 maart 2011 werd in de gemeenteraad van Groningen de dierenwelzijnsnota “Van Kop tot Staart” besproken. De Partij voor de Dieren had (samen met andere partijen) een 12-tal moties voorbereid op de vier jaar oude nota. Een van de moties betrof het beperken van viswedstrijden binnen de gemeente Groningen. Wethouder dierenwelzijn Janny Visscher raadde de motie af en antwoordde op de vraag van PvdD-er Gerjan Kelder of zij erin toestemde dat mensen plezier doen aan het pijn doen van dieren met “ja”.
Bij een andere motie van Jan Seton van het CDA tegen het fokken van jonge dieren in de kinderboerderij vanuit het schattigheidsoogpunt ontkende Janny dat dit voorkomt in de Groningse kinderboerderij in het Stadspark. Daar worden in het voorjaar geitjes geboren die in het najaar weer worden geslacht. Dat trekt publiek en kost geen geld voor voer in de winter.
Er waren opvallend veel raadsleden tegen deze praktijk.

Bij veel onrecht dat dieren in en rond de stad Groningen overkomt is de reactie van Janny Visscher “er zijn ergere dingen”. Zij ging ooit na toestemming van de rechter enthousiast aan de slag om in de stad duiven te laten vangen en vergassen.

Eigenlijk is zij de portefeuille dierenwelzijn niet waardig.

7 mrt 2011

Geen megastallen via de voordeur? Dan maar via de keukendeur


25 februari verscheen het volgende bericht in het Groningse en landelijke nieuws: “Groningse ondernemers in de intensieve veehouderij die willen investeren in duurzaamheid krijgen een beperkte mogelijkheid voor het realiseren van nieuwbouw. Maatwerk moet Groningse intensieve veehouderij vooruit helpen.“
Voor degenen die dachten dat in Groningen de uitbreiding van de intensieve veehouderij tot stand was gebracht, is bovenstaand bericht een tegenslag. De Groningse ambtenaren gaan samen met de boeren aan de keukentafel een aanvraag schrijven met daarin precies de termen die uitbreiding mogelijk maken ondanks het politieke besluit om geen megastallen meer te bouwen in de provincie.
Megastallen worden geaccepteerd door iedereen die zich meer druk maakt om milieu dan om dierenwelzijn. Men denkt er een win-win situatie mee te creëren voor boeren en het milieu. Het dierenwelzijn gaat niet meer achteruit dan het al was bij kleinere bedrijven en de mest kan nu beter gebruikt worden om er energie uit te halen. Deze situatie lijkt logisch voor degenen die denken dat de vraag naar vlees in de komende jaren toeneemt en dat de voedselprijzen de pan gaan uitrijzen. Echter de aarde kan wel gemakkelijk en goedkoop 40 miljard monden voeden met plantaardig voedsel, maar geen zeven miljard met vlees. En dat is ook helemaal niet nodig.
Akkerbouwgronden in landen dichter bij de evenaar zijn meer geschikt om graan te verbouwen dan de Nederlandse landbouwgronden. Het Nederlandse graan wordt vooral aan het vee gevoerd.
Er is dus geen enkele reden voor staatssecretaris Henk Bleker om de ontwikkeling van natuurgebieden te frustreren, anders dan een financiële. Het levert op korte termijn meer geld op om de aankoop van landbouwgrond te stoppen dan doorgaan. En daarmee wordt de kwaliteit van beleving van het platteland wederom verminderd. Hopelijk buigen de Groningse economen zich nog eens over de vraag wat economisch aantrekkelijker is: aaneengeschakelde natuur of kale landbouwvlaktes met megastallen?

Labels

A28 (1) aardbeving (2) aardhonden (1) ADHD (1) afschieten (1) afval (1) akkerrandenbeheer (2) alternatief (1) bedrijventerrein (1) beleid (3) besluitvorming (1) bever (2) beverrat (1) bijensterfte (1) bio-industrie (4) biochar (1) biodiversiteit (1) biomassavergisting (1) Blauwestad (2) bomenkap (1) bouw (1) bouwblokken (1) braakligging (1) bus (1) bussen (1) catering (1) CCS (1) chantage (1) chinchilla (1) CO2 (4) COS (1) cursus (1) demagogie (1) dichters (1) diefstal (1) Dierenbescherming (1) dierenleed (1) dierenwelzijn (4) digestaat (1) dood (1) drogredenen (1) duister (1) duurzaamheid (8) economie (2) Eemshaven (3) EHS (6) ekoproducten (4) elektriciteitscentrale (1) energiebeleid (1) energiecentrales (2) energieneutraal (1) exoten (1) export (1) fairtrade (1) faunabeheereenheid (1) faunapassage (1) fiets (1) flora- en faunawet (2) fluster en duster (1) forum (5) foto's (1) ganzenoverlast (3) gaswinning (2) geldmodel (1) geldverspilling (1) gewasbescherming (2) Gezinsbode (3) GGD (1) Greenpeace (1) groene stroom (2) grondwater (1) hazen (2) heling (1) hengelsport (2) honden (1) incidenten (1) inzamelen (1) jacht (5) jagen (3) jongeren (1) kaart (1) kabelbaan (1) kiekendief (1) klimaat (3) koeien (1) kolen (3) Koningslaagte (3) kosten (1) kwik (1) landbouw (2) leefbaarheid (1) lelies (1) LTO (2) maaibeheer (1) malaria (1) Meerstad (1) megastallen (10) meldpunt (1) melkveehouderij (10) mestkelder (1) mestoverschot (2) mestvergisters (1) metam natrium (1) MFG (1) milieu (5) milieudefensie (1) Milieudienst (1) Milieufederatie (4) muskusratten (5) N33 (1) nacht (1) natuur (5) opvang (1) overlast (1) papier (1) piepschuim (1) plastic (2) politiek (2) POP (6) proef (2) proefdierlaboratorium (1) prooidieren (1) protest (1) Provinciale Staten (6) PvdD (14) ree (1) regionaal (1) regiotram (6) respect (1) roofdieren (1) RUG (1) schade (1) scharreleieren (1) soja (1) Staatsbosbeheer (1) stad Groningen (5) stadjerspas (1) station (1) straatvuil (1) subsidie (1) supermarkt (1) therapie (1) toekomst (1) toerisme (1) tram (2) Transition Town (1) trein (1) uitstoot (1) varkens (1) vegetarisch (1) vergiftiging (4) vergunning (1) verjaagmethode (2) verkiezingen (3) verspilling (2) vervuiling (3) vispas (1) visserij (1) vleermuis (2) vlees (1) vleesconsumptie (1) vleesvervangers (1) voeding (5) voetafdruk (1) VOKO (3) vossen (4) vuurwerk (2) wasbeer (1) waterschap (4) waterwoeler (1) weblog (1) wedstrijd (1) wegaanleg (2) weidegang (2) weidevogels (3) wethouder (1) WHO (1) wild (1) windhandel (1) WOB (1) zeearend (1) Zembla (1)