Posts tonen met het label POP. Alle posts tonen
Posts tonen met het label POP. Alle posts tonen

7 mrt 2011

Geen megastallen via de voordeur? Dan maar via de keukendeur


25 februari verscheen het volgende bericht in het Groningse en landelijke nieuws: “Groningse ondernemers in de intensieve veehouderij die willen investeren in duurzaamheid krijgen een beperkte mogelijkheid voor het realiseren van nieuwbouw. Maatwerk moet Groningse intensieve veehouderij vooruit helpen.“
Voor degenen die dachten dat in Groningen de uitbreiding van de intensieve veehouderij tot stand was gebracht, is bovenstaand bericht een tegenslag. De Groningse ambtenaren gaan samen met de boeren aan de keukentafel een aanvraag schrijven met daarin precies de termen die uitbreiding mogelijk maken ondanks het politieke besluit om geen megastallen meer te bouwen in de provincie.
Megastallen worden geaccepteerd door iedereen die zich meer druk maakt om milieu dan om dierenwelzijn. Men denkt er een win-win situatie mee te creëren voor boeren en het milieu. Het dierenwelzijn gaat niet meer achteruit dan het al was bij kleinere bedrijven en de mest kan nu beter gebruikt worden om er energie uit te halen. Deze situatie lijkt logisch voor degenen die denken dat de vraag naar vlees in de komende jaren toeneemt en dat de voedselprijzen de pan gaan uitrijzen. Echter de aarde kan wel gemakkelijk en goedkoop 40 miljard monden voeden met plantaardig voedsel, maar geen zeven miljard met vlees. En dat is ook helemaal niet nodig.
Akkerbouwgronden in landen dichter bij de evenaar zijn meer geschikt om graan te verbouwen dan de Nederlandse landbouwgronden. Het Nederlandse graan wordt vooral aan het vee gevoerd.
Er is dus geen enkele reden voor staatssecretaris Henk Bleker om de ontwikkeling van natuurgebieden te frustreren, anders dan een financiële. Het levert op korte termijn meer geld op om de aankoop van landbouwgrond te stoppen dan doorgaan. En daarmee wordt de kwaliteit van beleving van het platteland wederom verminderd. Hopelijk buigen de Groningse economen zich nog eens over de vraag wat economisch aantrekkelijker is: aaneengeschakelde natuur of kale landbouwvlaktes met megastallen?

28 mei 2009

Inspraak tegen megastallen bij Provinciaal OmgevingsPlan Groningen

Woensdag 13 mei werd een hoorzitting gehouden voor bezwaren vanuit het publiek tegen het nieuwe Provinciale OmgevingsPlan (POP) van de provincie Groningen. Er waren veel veehouders die graag wilden uitbreiden maar daarbij tegen door de politiek gestelde grenzen lopen. Er is in dit land op dit moment te weinig (mest)ruimte voor de ambitie van alle veehouders.

Gelukkig zijn er ook burgers die gebruik maken van hun recht op inspraak. Hieronder de dialoog die mw Kenter hield met de leden van de commissie Omgeving en Milieu over haar bezwaar tegen de komst van megastallen.

Mw. Kenter: Geachte voorzitter, geachte commissieleden. Ik ben Mirjam Kenter. Ik woon in Vlagtwedde en daar geniet ik van de rust en de ruimte. Ik ben hier omdat ik mij zorgen maak over de komst van de megamelkveebedrijven naar de provincie Groningen. Ik wil graag drie aspecten noemen.

Allereerst de gevolgen voor het dierenwelzijn. Het is praktisch bijna onmogelijk om koeien weidegang aan te bieden bij aantallen van meer dan 250 koeien. Uit onderzoek van het CLM is gebleken dat koeien die buiten komen, minder welzijnsproblemen hebben en gezonder zijn. Bovendien is recentelijk aangetoond dat weidegang ook goedkoper is.

Schaalvergroting en het wegvallen van het melkquotum in 2015 werken in de hand dat steeds efficiënter gewerkt gaat worden. Als gevolg van het willen behalen van een zo hoog mogelijk rendement zal uitbuiting van de dieren aan de orde van de dag zijn.

Natuurbeheer zal steeds verder naar de achtergrond raken doordat met steeds grotere machines gewerkt gaat worden. Denk bijvoorbeeld aan sleepbemesting, waarbij een lange, zware slang over het gehele perceel getrokken wordt. Van voren naar achteren en van links naar rechts. Alle dieren die zich niet op tijd uit de voeten kunnen maken, worden vernietigd. Wat hier nog bijkomt: als gevolg van op grote schaal niet gefaseerd maaien krijgen weidevogels en andere kleine wilde dieren een steeds kleiner leefgebied.

Bovendien hebben hun jongen steeds minder kans van overleven. Nu gebeurt het geregeld dat melkveehouders niet gelijktijdig maaien, waardoor dieren zich nu nog naar andere, niet gemaaide percelen kunnen begeven.

Ten tweede noem ik de landschappelijke gevolgen en de maatschappelijke draagkracht. Het laten verrijzen van grote industriële gebouwen in het mooie uitgestrekte Groninger landschap zal grote impact hebben op dit landschap. Ik kan mij voorstellen dat dit nadelige gevolgen zal hebben voor het toerisme in de provincie. Karakteristieke landweggetjes zullen veranderen in een labyrint van maïs. Een bedrijf met 1.000 koeien heeft zeker 300 ha maïs nodig. Landbouwpercelen zullen zo efficiënt mogelijk verkaveld worden met weinig sloten en akkerranden, waardoor wilde dieren weinig bescherming meer vinden in het landschap.

Verder zal het aantal vervoersbewegingen toenemen doordat er veel afvoer van onder andere melk en dieren plaats vindt en aanvoer van veevoer. Hier is de plaatselijke infrastructuur vaak niet op berekend. Met uitzondering van de lobbyisten uit de melkveesector is de draagkracht onder de bevolking voor dit soort bedrijven erg klein. Uit allerlei onderzoek is gebleken dat praktisch de gehele bevolking voorstander is van weidegang bij koeien.

Als derde en laatste punt de economische gevolgen. Door de komst van deze megabedrijven zal er geen extra werkgelegenheid ontstaan, de werkgelegenheid voortvloeiend uit kleinere, bestaande bedrijven zal immers komen te vervallen. Het komt vaak voor dat boeren elders in het land uitgekocht worden voor grote bedragen en zich hier in de provincie Groningen vestigen. Dit heeft onnatuurlijke opdrijving van de grondprijs tot gevolg doordat deze boeren meer financiële middelen hebben om grote stukken land aan te kopen.

Schaalvergroting leidt over het algemeen tot goedkopere productie. Hierdoor zullen de melkprijzen onnodig onder druk komen te staan. Ook de biologische sector zal hier schade van ondervinden. De komst van deze grote bedrijven leidt dus alleen tot verrijking van enkele personen.

Dit alles in overweging nemend vraag ik u om het POP dusdanig aan te passen dat koeien niet hun leven lang worden opgesloten in deze megastallen. Ik dank u voor uw aandacht.

De voorzitter geeft gelegenheid tot het stellen van vragen.

Mw. Hazekamp (PvdD) merkt op dat dit een heel ander verhaal is dan het verhaal dat zojuist is gehoord. Zij is blij dat zowel een vorige spreker die een andere kant van de zaak heeft belicht als de laatste spreekster het met elkaar eens zijn dat grote melkveehouderijen grote nadelige gevolgen kunnen hebben. Mw. Kenter gaf aan dat weidegang goedkoper is dan het niet buiten laten van de dieren. Kan zij aangeven waarom dat zo is?

Mw. Kenter antwoordt dat dit gebleken is uit onderzoek dat is gedaan door het Agrarisch Dagblad.

Als de koeien buiten lopen, halen zij het voer zelf op en dan hoeft de boer dat niet te doen. Dat betekent dat er minder loonkosten gemaakt moeten worden en ook minder kosten voor machines.

Bovendien hoeft de boer minder krachtvoer bij te voeren en dat is ook goedkoper.

Dhr. Keurentjes (CDA) wilde dezelfde vraag stellen. Hij is benieuwd naar het onderzoek waarover mw. Kenter sprak. Zij sprak erover dat als het melkquotum verdwijnt, er een efficiëntere bedrijfstak ontstaat. Er zou een causaal verband zijn tussen efficiënter produceren en uitbuiting van dieren.

Kan zij dat toelichten?

Mw. Kenter antwoordt dat het op zich logisch is dat als je efficiënt wil produceren, er iemand de dupe van zal zijn. Het betekent dat de kosten zo laag mogelijk moeten worden gehouden en dat dit in dit geval de koe daarvan de dupe zal zijn.

Dhr. Keurentjes (CDA) vraagt of zij dat kan onderbouwen of dat het hier gaat om een aanname.

Mw. Kenter stelt dat zij dit op dit moment niet paraat heeft, maar dat dit blijkt uit verschillende onderzoeken en dat zij bereid is om dhr. Keurentjes dat onderzoek te doen toekomen.

Dhr. Haasken (VVD) merkt op dat het POP een ruimtelijk document is met een ruimtelijke uitwerking. Begrijpt hij goed dat mw. Kenter vraagt dat PS de weidegang in het POP zouden moeten regelen?

Mw. Kenter antwoordt dat gebleken is dat bij meer dan 250 koeien, de koeien niet meer buiten komen. Als de vestiging van megastallen wordt toegestaan, heeft dat als logisch gevolg dat de koeien niet meer buiten komen. Als die vestiging niet wordt toegestaan is de kans aanmerkelijk groter dat er een hoger percentage koeien buiten komt. Of er zou een verplichte weidegang in bestemmingsplannen moeten worden opgenomen. Dat is praktisch moeilijk, maar het zou een uitdaging zijn voor de boeren om dat te realiseren.

De voorzitter vraagt of mw. Kenter concreet pleit voor een maximaal aantal melkkoeien per bedrijf.

Mw. Kenter merkt op in ieder geval voor weidegang te pleiten. Uit de praktijk blijkt dat de koeien bij een aantal van 250 of hoger niet meer buiten komen.

De voorzitter concludeert dat het issue de weidegang is.

Dhr. Miedema (GroenLinks) heeft hierover een aanvullende vraag. Hoe zou je zoiets het beste kunnen regelen in het POP? Stelt u voor om de grootschalige melkveehouderij te scharen onder de intensieve veehouderij? Of is er een andere oplossing?

Mw. Kenter stelt dat het erop lijkt dat de melkveehouderij onder de intensieve veehouderij geschaard gaat worden.

Dhr. Miedema (GroenLinks) merkt op dat dit niet in het POP gebeurt.

Mw. Kenter antwoordt dat dit in de praktijk er wel op lijkt. Ook varkens en kippen komen niet meer buiten en de toekomst zal zijn dat de koeien ook niet meer buiten komen. Misschien is dat dan niet op papier intensieve veehouderij, maar in de praktijk is dat dan wel zo.

Dhr. Keurentjes (CDA) heeft een vraag betreffende de landschappelijke impact. Mw. Kenter stelde dat grote gebouwen in het buitengebied slecht zijn voor het toerisme en voor het landschap. Maakt dat ene grote gebouw verschil uit met betrekking tot het andere grote gebouw? Er zijn namelijk regels die dit reguleren. Bijvoorbeeld de milieuvergunning, de landschappelijke inpassing en dat soort elementen. Vindt u dan nog dat grote gebouwen lelijk zijn, maar maakt het nog verschil wat er in die gebouwen gebeurt? Bijvoorbeeld of er aardappelen in zitten, koeien of andere zaken?

Maakt dat verschil uit?

Mw. Kenter antwoordt dat het voor haar persoonlijk wel uitmaakt, maar zij denkt dat veel mensen die grote gebouwen lelijk vinden. Het is een persoonlijk gevoel. Uit het rapport van Alterra blijkt ook dat als er nieuwe stallen gebouwd worden, de oude stallen vaak niet gesloopt worden en dat zodoende een verstening van het landschap plaatsvindt. Oude stallen worden dan vaak gebruikt voor opslag van bijvoorbeeld caravans en dergelijke.

Dhr. Keurentjes (CDA) vraagt of mw. Kenter nu bezwaar heeft tegen alle grote dozen in het buitengebied of specifiek als er koeien in gehouden worden. Maakt het uit of er aardappelen of koeien in zitten?

Mw. Kenter stelt dat haar persoonlijke bezwaar groter is als daar koeien in zitten. Zij denkt dat er veel toeristen zijn die elk groot gebouw lelijk zullen vinden en dat als de provincie Groningen vol komt te staan met grote gebouwen dit ten koste gaat van het mooie Groninger landschap.

De voorzitter merkt op dat het issue van mw. Kenter is dat de koeien in de wei moeten staan.

Dhr. Keurentjes (CDA) begrijpt het nog niet. Mw. Kenter sprak over grote gebouwen. Als de koeien buiten lopen, dan zit er niets in die stallen. Maar de buurman heeft net zo’n doos staan en daar zitten aardappelen in. De ene doos vindt zij dan lelijk en de andere niet. Klopt dat?

Mw. Kenter antwoordt dat zij die dozen allebei lelijk vindt.

De voorzitter vat samen. Het eerste punt is dat de koeien naar buiten moeten en het tweede punt is dat grote gebouwen in het buitengebied lelijk zijn.

7 mrt 2009

Het is niet eerlijk dat Groningen alleen kleine bio-industrie boeren wil tegenhouden

In een brief aan de provincie maakt Hilbrand Sinnema van LTO Noord van LTO Noord op verschillende punten bezwaar tegen het Groningse Provinciaal Omgevingsplan (POP). De grote bio-industrie boeren mogen verder groeien, maar de kleine bio-industrie boeren mogen niets.
Dat is inderdaad niet eerlijk, het zou beter zijn als ook de grote bio-industrie boeren een halt wordt toegeroepen.
Stem daarom mee met de Groningse fractie van de Partij voor de Dieren die een e-mailactie zijn gestart om de vestiging van melkveehouderijen van wel 1000 koeien (in de stad en daar buiten) wil laten verbieden in het POP.

9 feb 2009

Protesteer tegen megastallen van meer dan 800 koeien


Megastallen hebben grote negatieve gevolgen. De dieren komen nooit meer buiten en kunnen geen natuurlijk gedrag uitoefenen. Grote hoeveelheden dieren bij elkaar vergroot de kans op de uitbraak van dierziektes en het gebruik van antibiotica is een gevaar voor de volksgezondheid. Zulke stallen zijn lelijk en verminderen de belevingswaarde van het Groningse landschap. Grote hoeveelheden veevoer worden van ver weg aangevoerd, waarbij door het kappen van regenwouden, klimaat en biodiversiteit ernstig worden aangetast.

Stuur de Gedeputeerde Staten van Groningen via onderstaande banner een protestmail.

Laat 1000 koeien grazen, buiten de stad!

Megastallen in Groningen? BOE!


Het Groningse Provinciaal OmgevingsPlan definieert intensieve veehouderij zodanig dat veefabrieken met 1000 melkkoeien gewoon mogelijk worden, ook in de stad.

Protesteer NU

17 dec 2008

Gedeputeerde Staten moeten megaveehouderij uit stad Groningen weren


In de Gezinsbode van 17 december wordt de komst aangekondigd van een melkveehouder die van plan is om binnen de Groninger stadsgrenzen 800 melkkoeien en nog eens 700 andere runderen te gaan houden.
Het is provinciaal (POP) beleid in Groningen om nieuwbouw van bio-industrie te verbieden.
De plannen van boer van Wildt aan de Winschoterweg vallen zeker onder bio-industrie.
Van Wildt verdedigt zijn plannen om zijn koeien het hele jaar rond binnen te houden met onzinnige argumenten als “een koe is in de stal beter af” en “het is beter voor het milieu”.

De vergunningen voor deze megawaanzin moeten nog worden aangevraagd.
Dit is een goede testcase of het beleid van de Provincie Groningen wel consequent wordt uitgevoerd. Behalve de Wildt staat niemand te wachten op deze grootschalige uitmelding van koeien.
De Partij voor de Dieren gaat in de Staten(commissie) over de plannen vragen stellen.

Zie ook: de Agrosector dendert door.

7 nov 2008

Weinig beperkingen aan bio-industrie in de Provincie Groningen

Gedeputeerde Douwe Hollenga van de Provincie Groningen antwoordt op vragen van leden van de commissie Omgeving en Milieu op 29 oktober het volgende op de vraag of de provincie nieuwvestiging van bio-industrie als neventak zou toestaan:

Neventak. Sommige partijen vragen of de mogelijkheid hiertoe kan worden geboden. Het College kiest daar niet voor, want zij denkt dat op dat moment dat de weg wordt opengezet voor grootschalige intensieve veehouderij. Vandaag is het een toevoeging aan een bedrijf en over twee jaar ontstaat dan weer de discussie over een verdere uitbreiding. Ook het feit telt dat ongelijkheid zou ontstaan tussen bestaande bedrijven die we nu al wel de mogelijkheid geven en bedrijven die na vandaag een intensieve tak zouden mogen toevoegen. Het College wil dat niet.

De definitie. De definitie van intensieve veehouderij is heel duidelijk. Het betreft een niet grondgebonden agrarisch bedrijf waarin het houden van varkens, kalveren, pelsdieren en pluimvee geheel of nagenoeg geheel plaatsvindt in gebouwen. Het biologisch houden van dieren, conform art. 2 van de Landbouwkwaliteitswet, alsmede het houden van melk- en rundvee, schapen of paarden wordt niet aangemerkt als intensieve veehouderij. De formulering is heel duidelijk en die is goed te verdedigen. Dhr. Hollenga gaat ervan uit dat hij ook antwoord heeft gegeven op de betreffende vraag.

Uitbreiding bestaande bedrijven. Met betrekking tot de uitbreiding van de bestaande bedrijven – in Groningen gaat het maar om een heel beperkt aantal bedrijven – zal worden gehandeld conform de Verordening en dat zal op een nette manier gebeuren, waarbij rekening wordt gehouden met het landschap.

Tot zover de heer Hollenga.


Voor de goede lezer: er worden in de Provincie Groningen weinig beperkingen opgelegd aan een boer die wil investeren in bio-industrie. Heeft hij nog geen neventak dan moet hij een bedrijf opkopen die al een neventak heeft en Klaar is Kees.
Opmerkelijk is ook dat de grootschalige melkveehouderij en de biologische bio-industrie niet valt onder de definitie van bio-industrie voor de Provincie. Dat is jammer want deze sector is nauwelijks diervriendelijker dan regulier. Hoogstens wordt varkens en kippen toegang geboden tot een betonnen buitenbak.

Labels

A28 (1) aardbeving (2) aardhonden (1) ADHD (1) afschieten (1) afval (1) akkerrandenbeheer (2) alternatief (1) bedrijventerrein (1) beleid (3) besluitvorming (1) bever (2) beverrat (1) bijensterfte (1) bio-industrie (4) biochar (1) biodiversiteit (1) biomassavergisting (1) Blauwestad (2) bomenkap (1) bouw (1) bouwblokken (1) braakligging (1) bus (1) bussen (1) catering (1) CCS (1) chantage (1) chinchilla (1) CO2 (4) COS (1) cursus (1) demagogie (1) dichters (1) diefstal (1) Dierenbescherming (1) dierenleed (1) dierenwelzijn (4) digestaat (1) dood (1) drogredenen (1) duister (1) duurzaamheid (8) economie (2) Eemshaven (3) EHS (6) ekoproducten (4) elektriciteitscentrale (1) energiebeleid (1) energiecentrales (2) energieneutraal (1) exoten (1) export (1) fairtrade (1) faunabeheereenheid (1) faunapassage (1) fiets (1) flora- en faunawet (2) fluster en duster (1) forum (5) foto's (1) ganzenoverlast (3) gaswinning (2) geldmodel (1) geldverspilling (1) gewasbescherming (2) Gezinsbode (3) GGD (1) Greenpeace (1) groene stroom (2) grondwater (1) hazen (2) heling (1) hengelsport (2) honden (1) incidenten (1) inzamelen (1) jacht (5) jagen (3) jongeren (1) kaart (1) kabelbaan (1) kiekendief (1) klimaat (3) koeien (1) kolen (3) Koningslaagte (3) kosten (1) kwik (1) landbouw (2) leefbaarheid (1) lelies (1) LTO (2) maaibeheer (1) malaria (1) Meerstad (1) megastallen (10) meldpunt (1) melkveehouderij (10) mestkelder (1) mestoverschot (2) mestvergisters (1) metam natrium (1) MFG (1) milieu (5) milieudefensie (1) Milieudienst (1) Milieufederatie (4) muskusratten (5) N33 (1) nacht (1) natuur (5) opvang (1) overlast (1) papier (1) piepschuim (1) plastic (2) politiek (2) POP (6) proef (2) proefdierlaboratorium (1) prooidieren (1) protest (1) Provinciale Staten (6) PvdD (14) ree (1) regionaal (1) regiotram (6) respect (1) roofdieren (1) RUG (1) schade (1) scharreleieren (1) soja (1) Staatsbosbeheer (1) stad Groningen (5) stadjerspas (1) station (1) straatvuil (1) subsidie (1) supermarkt (1) therapie (1) toekomst (1) toerisme (1) tram (2) Transition Town (1) trein (1) uitstoot (1) varkens (1) vegetarisch (1) vergiftiging (4) vergunning (1) verjaagmethode (2) verkiezingen (3) verspilling (2) vervuiling (3) vispas (1) visserij (1) vleermuis (2) vlees (1) vleesconsumptie (1) vleesvervangers (1) voeding (5) voetafdruk (1) VOKO (3) vossen (4) vuurwerk (2) wasbeer (1) waterschap (4) waterwoeler (1) weblog (1) wedstrijd (1) wegaanleg (2) weidegang (2) weidevogels (3) wethouder (1) WHO (1) wild (1) windhandel (1) WOB (1) zeearend (1) Zembla (1)